Cette cache a été placée dans le cadre du premier Méga Event organisé en Wallonie en mai 2019 par les GeoWallons :
"À la rencontre des Précurseurs".
______________________________________________________________________________
Je suis un mammifère, herbivore de la famille des Léporidés. Contrairement à ce que l’on croit, je ne suis pas un rongeur, car j’ai 4 paires d’incisives, alors que les rongeurs, eux, n’en ont que 2. Mes dents notamment mes incisives, poussent sans arrêt. Je mesure entre 32 et 50 cm avec des oreilles longues de 6 à 9 cm. Mon poids varie entre 900g et 2,5kg. Je possède une fourrure douce de couleur gris/beige. Ce pelage constitue un bon camouflage contre mes prédateurs. Je suis un animal nocturne, crépusculaire et je vis en groupe jusqu’à 20 sujets. Quand je sens un danger, je préviens mes congénères en tapant de la patte arrière, par ce bruit sec, net et bien audible à grande distance.
Mon cri est « clapir », mais je suis presque muet. La lapine peut donner naissance de 3 à 12 lapereaux avec 3 à 5 portées par an et la gestation dure entre 28 à 33 jours. Les lapereaux naissent nus, les oreilles et les yeux fermés, ils ne les ouvriront qu’à partir de 10 ou 12 jours et la maman les allaite une fois par jour pendant 3 à 4 semaines.
Je creuse mon habitat, le terrier, généralement en terrain sec, avec une ouverture qui varie entre 10 et 50 cm.
![]()
Je m’en éloigne que de quelques centaines de mètres pour chercher ma nourriture. Il est relié ou non aux autres terriers par des galeries. Ce réseau est appelé une garenne. Je m’installe dans les prairies, pâturages, dans les campagnes cultivées, où il y a un milieu herbeux avec de préférence des buissons et des haies pour m’y cacher. Je me nourris de plantes herbacées au printemps et en été et en hiver, de tiges et d’écorces d’arbrisseaux. Je creuse la terre pour trouver des racines, graines et bulbes. Je peux vivre 9 ans maximum, mais en moyenne ma longévité ne dépasse guère 2 ans, car je suis confronté à de nombreux prédateurs comme le renard, la fouine, la belette, le chat, le chien et les rapaces (hibou, chouette, aigle). Le trafic routier et la chasse sont également des causes de mortalité importantes.
Ik ben een zoogdier en een herbivoor, van de familie van de Leporidae. In tegenstelling tot wat men vaak denkt, ben ik geen knaagdier, want ik heb vier paar snijtanden terwijl de knaagdieren er maar twee hebben. Mijn tanden, en meer bepaald mijn snijtanden, groeien continu. Ik ben tussen 32 en 50 cm groot, met oren van 6 tot 9 cm. Mijn gewicht varieert tussen 900 g en 2,5 kg. Ik heb een zachte, grijsbruine pels, die een goede camouflage vormt. Ik ben vooral tegen zonsondergang en ’s nachts actief. Ik woon in groep en als er gevaar dreigt, waarschuw ik mijn soortgenoten door met mijn achterpoot op de grond te stampen. Dat droge geluid is op tot op grote afstand goed hoorbaar. Verder maak ik niet veel lawaai. Een wijfje werpt 3 tot 12 kleintjes per keer en dat 3 tot 5 keer per jaar. De dracht duurt 28 tot 33 dagen. Kleintjes worden naakt geboren, hun ogen en oren zijn toe (ze gaan pas open na 10 tot 12 dagen) en de moeder zoogt ze één keer per dag gedurende 3 tot 4 weken. Ik graaf mijn hol, mijn leger, meestal in droge grond. De opening is 10 tot 50 cm groot. Ik ga maar enkele honderden meter van huis om eten te zoeken. Soms is mijn leger via galerijen ook verbonden met andere legers. Dan spreken we van een konijnenbos. Ik vestig mij in weiden of velden, waar er gras is en liefst ook struiken en hagen om me te verstoppen. In de lente eet ik grasachtige planten, in de zomer en de winter twijgen en schors van struiken. Ik graaf in de grond op zoek naar wortels, zaden en bloembollen. Ik kan tot 9 jaar oud worden maar gemiddeld leef ik maar 2 jaar. Er zijn immers heel veel dieren die op mij jagen zoals vossen, steenmarters, wezels, katten, honden en roofvogels (uilen, arenden). Ook het verkeer en de jacht zijn belangrijke doodsoorzaken.