Uitkijkheuvel Het Stort Traditional Geocache
-
Difficulty:
-
-
Terrain:
-
Size: 
(micro)
Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions
in our disclaimer.
Op deze plek is het bijna niet voor te stellen, dat zich 50 jaar geleden boven ons hoofd grote schepen bevonden die hier grond hebben uitgestort. Deze grond was afkomstig van de bodem van de (toenmalige) Zuiderzee. Met de aanleg van de dijken in het IJsselmeer is in 1968 het laatste deel van het Zuiderzeeproject afgerond.
Om deze dijken te kunnen bouwen is onder water de slappe en voedselrijke klei bodem weggebaggerd, in schepen geladen en hier neer gestort. Deze klei is een het overblijfsel van het materiaal dat met de verschillende rivieren zoals de Eem en de IJssel naar het toenmalige deltagebied werd aangevoerd. Deze zeer vruchtbare klei is hier neergeslagen en vormde zo de bodem van de hedendaagse IJsselmeerpolders.
In Flevoland is net na de droogval in 1968 met vliegtuigen riet uitgezaaid. Riet onttrekt veel water en brengt met holle wortels lucht in de bodem waardoor de bodem goed begaanbaar wordt. Ook op deze stortlocatie is riet ingezaaid. Daarnaast zijn er door vogels veel zaden, vooral van vlierstruiken gedeponeerd. Tenslotte ontsproten er wilgen uit de wilgenmatten die als fundering van de dijk zijn gebruikt. Uit hun fijne door de wind verstoven zaad hebben de wilgen zich over Flevoland verspreid. Het riet kwam snel, de wilgen en vlierstruiken voelden zich prima thuis op de drogere delen en ontstond een riet vegetatie op een droge, hoger gelegen ondergrond.
Tot 1984 veranderde hier niets, pas na de komst van de runderen en paarden in 1984 en later in 1992 de edelherten, begon het landschap te veranderen. In de eerste jaren minder, maar in de laatste jaren is het riet geleidelijk aan gedeeltelijk meer en meer geopend, en komt er meer licht op de bodem. Hier door ontstaat meer gras, waarop veel ganzen hun kostje bij elkaar scharrelen. Kol- en brandganzen in de winter, grauwe ganzen in de zomer.
Grazers
Gedurende het hele jaar hebben grazers invloed op hun omgeving. In de zomerperiode blijven zij vooral op de sappige, eiwitrijke grasvlaktes, waar zij hun vervoorraden voor de komende winterperiode op peil brengen. In de winterperiode verschuift de behoefte van deze dieren van voedzaam gras, wat niet meer voorhanden is, naar een meer vezelrijk menu. Dat is het moment dat de grazers zioch op 'het Stort' begeven.
Hier vinden zij beschutting en staat hun wintervoorraad. Zij vinden hier vooral vezelrijk voedesel zoals riet. Doordat zij zich hier in de winter ophouden, verandert het landschap in korte tijd drastisch. Van heel open in de winter, tot aan een gesloten rietveld met riet van 2 meter hoog. Het verdwijnen van de wilg en de vlier is niet geheel aan de grazers te wijten. Ook de ouderdom van de bomen en struiken speelt hierbij een rol. Zonder de aanwezigheid van de grote grazers zou de ruigte weer terugkeren, en zouden de ganzen verdwijnen.
Vogels
Met het veranderen van het landschap verandert ook de samenstelling van de hier voorkomende vogelbevolking. Waren het eerst de meer aan ruigte gebonden vogels, nu zijn het meer vogels zoals de ganzen die van 't Stort gebruik van maken als voedselgebied. Maar ook roofvogels als de bruine kiekendief vinden hier nu makkelijker hun prooi. De grauwe ganzen maken de slagpenrui (het wisselen van de groteste veren van de vleugels) door in het moeras.
Doordat grauwe ganzen daar ook grazen zij het moeras open, en blijft het geschikt voor veel bijzondere moerasvogels, zoals bijvoorbeeld de roerdomp en de bruine kiekendief.
Ook deponeren zij hun uitwerpselen in het moeras, waardoor er een explosie van voedsel voor organismen als watervlooien en aasgarnaaltjes is. Deze worden op hun beurt gegeten door visjes zooals stekelbaars en (jonge) karpers. Ook zij worden gegeten visetende vogels zoals grote zilverreigers en lepelaars. Uiteindelijk kunnen de vogels in het moeras dus niet zonder de invloed van de grazers die zorgen dat het landschap niet geheel dichtgroeit.
Landschap
Het Landschap zal altijd veranderen, zelfs binnen de seizoenen. Open en gesloten wisselen elkaar altijd af. Zomers gesloten, 's winters open. In de loop van de jaren is het landschap ook aan verandering onderhevig. Perioden met meer of minder grazers betekent meer of minder ruigte en meer of minder gras.
Dus ook afwisseling in de verschillende vogels die hier leven. Of hier weer bomen zulen verschijnen, of dat het bij struiken blijft, of wellicht open blijft is niet te zeggen. Dat de natuur zelf regelen.
| Deze cache is tot stand gekomen in samenwerking en met goedkeuring van Staatsbosbeheer. |
 |
Additional Hints
(Decrypt)
Urg Fgbeg