1851: De gemeentewet
Nederland telde 1200 plattelandsgemeenten en 80 steden. Een gemeenteraad kon alleen nog via verkiezingen tot stand komen. De districtcommissarissen verdwenen. De Raad kreeg de bevoegdheid het bestuur van de gemeente te regelen, het college van Burgemeester en Wethouders werd ingesteld als dagelijks bestuur. De burgemeester werd tevens ordehandhaver. De raad benoemde de ambtenaar Burgerlijke Stand en mocht lokale belastingen invoeren. Nog veel moest aan Gedeputeerde Staten worden voorgelegd, ook andere zaken bleven onveranderd.
In de gemeente Epe werden voor het eerst de (dertien) gemeenteraadsleden rechtstreeks gekozen. Deze hadden meer taken en bevoegdheden dan in de ‘oude’ raad.
Één van de benoemde functionarissen was: Arend Bibo, beroep/nevenfunctie landbouwer, benoemingsdatum 17-7-1855 Beëindiging lidmaatschap 24-7-1892
Uiteindelijk is in de Vegtelarij een straat naar deze wethouder vernoemd.