Pieperpolder
De polder de Pieper is een polder van circa 200 hectare ten oosten van de Mandjeswaard in de Nederlandse provincie Overijssel. De polder de Pieper wordt begrensd door de Goot, de Veneriete en de Slaperdijk. De polder maakt deel uit van het, in 2005 tot Nationaal Landschap aangewezen, gebied de IJsseldelta. Aan de andere zijde van de Goot ligt de Mandjeswaard. De Noordwestelijke rand van de polder bevind zich aan het Zwarte Meer waar veel biezenvelden voorkomen.
Deze biezen werden gebruikt voor de fabricage van matten.
Bij Genemuiden werden in de zestiende eeuw al biezen geoogst om matten van te maken. Het stadje ontwikkelde zich in de achttiende eeuw tot een centrum van mattenvlechterij. De biezen die hier geteelt werden waren van hoge kwaliteit en werden op grote schaal geëxporteerd naar omliggende landen.
De biezen werden ook ook gebruikt om stoelen te matten.
Dit oude ambacht kun je elk jaar terugzien op de Biestermarkt in Genemuiden.
Verbinding tussen Mandjeswaard en Pieper
Er was een voetveer over de Goot naar de Mandjeswaard, maar dat is opgeheven. Een veerbel, de "belle", bij het Pieperstrand herinnert nog aan dit verdwenen veer. Deze "belle" is erkend als provinciaal monument. De bel diende om de veerbaas die aan de overkant op de Mandjeswaard woonde, te melden dat men overgezet wilde
worden.
De kinderen op het eiland Mandjeswaard en Kampereiland gingen voor 1880 op de Kamperzeedi
jk naar school. Daarna was er op het Kampereiland een eigen school die tot 1956 heeft bestaan.Vanaf 1956 werden door de fiets en aanleg van bruggen andere scholen ook bereikbaar.
Hendrik Schaapman was de laatste veerbaas die de plicht had om kinderen van de Mandjeswaard, die in Kamperzeedijk naar school gingen, (kosteloos) over te zetten.
Anderen die met de roeiboot overgezet wilden worden, behalve de postbode, moesten hiervoor betalen. De veerverplichting hoorde in die tijd bij het pachten van erf no. 86 (boerderij) van de Gemeente Kampen.