Vrijdag 25 februari 1603 is een duistere dag voor de Santa Catharina, een Portugees schip beladen met koopmansgoederen ter waarde van maar liefst drie miljoen gulden. In de Straat van Singapore enteren Jacob van Heemskerck en zijn vloot het schip, nemen het onverbiddelijk in beslag. Tijdens het voorafgaande gevecht en de in beslagname van de goederen weten enkele piraten, varend onder de vlag van de VOC, een groot deel van de buit te ontvreemden. Er worden twee schepen achter de piraten aan gestuurd. Van deze schepen en de piraten wordt echter niets meer teruggezien. Jacob van Heemskerk keert huiswaarts en neemt het de Santa Catharina en de overgebleven buit mee naar Amsterdam.
Een paar honderd jaar later wordt aan de kust van Taiwan het wrak van een schip uit de 17e eeuw gevonden. Uit het logboek van de kapitein Gerbrandicus Wiedebosch blijkt het te gaan om het piratenschip De Zuijderwind. In het logboek wordt het buitmaken van de goederen onder de neus van de befaamde Jacob van Heemskerck en de ontsnapping aan de vloot uitgebreid beschreven. De buit wordt naar de schuilplaats van de piraten gebracht, een afgelegen eiland genaamd Quadraginta. Achterin het logboek wordt een kaart van het eiland aangetroffen waarop de precieze locatie van de schat staat aangegeven, evenals de volgende tekst, die naar men vermoedt, verwijst naar de locatie van Quadraginta:
Het aantal keren dat ik vridachs het eylant ben rondgeloopen tesamen in die mooye eewe behalven dan die ene vridach waermede al het voregaende die bewusten dach vele malen starker was
(Dat jaer samen op die dach) deelde de maent goudijn sonnen uit
Het aantal maal dat we de goederen die maent opstapelden is niet te tellen
Hoe veel keer we die bewusten maent de eewe hebben gevierd is niet te bescriven
(Het eylant leek samen met een quarte van die maent) wel vier keer zo groot
Grotere versie schatkaart (PDF)
