Skip to content

De Wraak van de Draak Multi-cache

This cache has been archived.

ArneH: De draak is verslagen. Bedankt voor alle leuke logjes.

More
Difficulty:
2.5 out of 5
Terrain:
4 out of 5

Size: Size:   small (small)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:


Nog niet zolang geleden werd door de Haarlemse Lotte in het Stadsarchief een oud document ontdekt. Het vergeelde stuk perkament viel uit een doopregister van de Bavokerk uit 1410. Omdat ze het wel een grappige tekening vond, stopte ze het in haar tas en besteedde er verder geen aandacht meer aan. Het was eigenlijk puur toeval dat ze een paar weken later op een verjaardag haar buurjongen Charles sprak.



Charles had een saai bijbaantje bij een grote telecommaatschappij, en hij vertelde Lotte wat hij die week had meegemaakt bij de aanleg van een glasvezelkabel. Bij de werkzaamheden in een kelder van de Jansstraat waren er ineens een aantal stenen uit de muur gevallen. Door het ontstane gat in de muur zag hij de contouren van een ondergrondse gang. Nieuwsgierig liep Charles een stuk de gang in. Hij zag geen hand voor ogen, en liep voetje voor voetje voorzichtig verder. Even verderop voelde Charles met zijn hand een soort houten kistje.

Maar toen kreeg Charles de schrik van zijn leven. Ineens flitsten twee felgele ogen op en met een bulderend gegrom kwam een monster met schubben en scherpe tanden op hem afgevlogen. In blinde paniek rende hij terug naar het gat, de kelder uit. Charles had direct contact opgenomen met de politie en de Gemeente Haarlem, maar de voorlichters ontkenden het bestaan van de ondergrondse gangen onder de binnenstad van Haarlem stellig, en ze verwezen hem door naar een psychiater.

Lotte hoorde het verhaal aan, en herinnerde zich ineens de tekening in haar tas. Zou er een verband zijn? Ze liet het papier zien. "Dat is hem, dat is dat beest!", riep Charles met bibberende stem. Hij had de schubben, de scherpe tanden en de vlammende ogen die hij eerder in de ondergrondse gang had gezien, direct herkend.

Zit er echt iets verborgen in de ondergrondse gangen van Haarlem? Voor het antwoord op die vraag gaan we terug naar het jaar 1245, het jaar waarin Haarlem stadsrechten kreeg. Het was in het najaar dat een jonge handelsreiziger met de naam Dancko van Klaerenbeek de stad voor het eerst binnen wandelde.

Deze Dancko had in zijn nog korte leven al heel wat landen bezocht en in één van zijn koffers had hij vanuit de onherbergzame Karpaten in Transsylvanië (nu Roemenië) een noviteit meegebracht; een kleine jonge draak, iets wat men in het westelijke deel van Europa nog nooit had aanschouwd. Dancko kon door het tonen van de jonge draak dan ook bijzonder veel aandacht op zich vestigen en de zaken voor de handelaar gingen voorspoedig.



Toen hij op een avond in een herberg aan het Spaarne de bevallige Sandra Jamant tegen het lijf liep en hij op slag verliefd was geworden, besloot hij zich in Haarlem te vestigen. Dancko en Sandra trouwden in juni 1247 en zij kregen in de jaren die volgden negen kinderen: Catharina, Symone, Bastiaen, Evamunde, Johannes, Wilhelm, Ingeborg, Remondis en Ghuus.

Het was in die tijd niet makkelijk een gezin te onderhouden, maar het draakje zorgde door zijn opvallende verschijning voor een grote stroom klanten en daarmee voor een goede omzet. Het ging het gezin dan ook voor de wind, en Dancko liet een mooi huis bouwen aan de Batte Jorisstraat nummer 10 en bracht ook een gevelsteen aan met de afbeelding van zijn draak. Het jaartal dat nu bij de steen te zien is, is er waarschijnlijk later ingegraveerd.



Het jonge draakje werd alras groter en door de strakke opvoeding van Dancko was het geen probleem het dier in de ruime tuin van het gezin te huisvesten. Toen het dier eenmaal volwassen was, werd hij in samenspraak met het stadsbestuur ingezet bij de beveiliging van de stad. Dagelijks maakte de draak boven de huizen een drietal rondvluchten, en bij gevaar en bedreigingen van buitenaf was de draak zo afschrikwekkend voor de belegeraars dat de bewoners van Haarlem enorm blij waren met dit uitzonderlijke schepsel. De draak werd alom geliefd door de inwoners van Haarlem en tegelijkertijd enorm gevreesd door de vijanden van de stad. Zo werden de Kennemers, in de belegering van 1268 al buiten de stad tegengehouden op het opgeworpen verdedigingswerk. Dit was mede te danken aan de draak, die imposant boven de vijand uittorende en zijn vlammen uitspuwde over de bange aanvallers, die al snel rechtsomkeert maakten. De draak was een held, werd door de stadsbewoners bejubeld en Dancko en Sandra van Klaerenbeek traden toe tot het volk der notabelen. De toekomst was rooskleurig, de zaken gingen goed, en Haarlem groeide en bloeide.

Na het overlijden van Dancko en Sandra in 1295, was het vervolgens de vraag waar de draak onderdak moest vinden. Dancko had gezegd dat draken enorm oud konden worden, maar de Haarlemmers hadden geen idee hoe oud. Uiteindelijk besloot het stadsbestuur de draak te huisvesten in de Janspoort. Dancko's jongste zoon, Ghuus, kreeg opdracht de draak te blijven trainen en te verzorgen, hetgeen hij met veel liefde en inzet deed.



Het leven als Haarlemmer was echter geen pretje. Alle ingezetenen moesten op gezette tijden wacht lopen op de wallen; ook waren ze verplicht elk jaar aan de bouw en het onderhoud van de stadsmuren (anderhalve meter dik en zo'n zeven meter hoog) en het graven van singels buiten die muren mee te werken. Ghuus zorgde ervoor dat de draak bleef rondcirkelen over de stadswallen en werd deze ingezet als dat nodig was. De draak hielp mee met het verplaatsen van zand en bergen stenen, en droeg zo bij aan het onderhoud van de verdedigingsmuren. Omdat de Janspoort iets verder van het centrum aflag werd de draak uiteindelijk ondergebracht in de hoogste toren van de Grote- of Sint Bavo Kerk gelegen aan de Grote Markt in het hartje van Haarlem. Om de draak snel te kunnen laten uitvliegen bij onraad en rap ter plekke laten zijn, werden speciale deurtjes in de toren van de Bavokerk gemaakt.



De draak kreeg een steeds grotere invloed op het wel en wee van de stad en na 100 jaar dienst was hij de belangrijkste pijler waarop de verdediging van de stad steunde. Na de dood van Ghuus was de draak onder toezicht komen te staan van de klokkenluider van de kerk. Deze Vladimir Diem Jilt was echter geen aardige man. Nors, bozig en weerbarstig; en het kon hem weinig schelen hoe de draak zich voelde daar boven in die toren. Zo werd de draak vaak lang opgesloten zonder dat hij uit mocht vliegen. Soms zagen de Haarlemmers hun geliefde draak maanden niet. Gelukkig was de dochter van Vladimir, Rachel, of ‘De Blonde' zoals ze ook vaak werd genoemd, wel begaan met het lot van de draak. Ze zat vaak boven in de toren te zingen, waarbij de draak als ware hij met een echte glimlach behept, tegen het hekwerk aan lag, luisterend naar de prachtige stem van Rachel. Het was op een mooie zomeravond dat Rachel op een stuk perkament de draak tekende.

Intussen breidde Haarlem zich verder uit. Er werd een burgwal gegraven, die later Voldersgracht werd genoemd, en de Kamper-, Gasthuis- en Raamsingel werden gegraven. Ook de Zijlvest en de Kinderhuissingel kwamen bij de stad. In de jaren die volgden werd er ook weer enorm om Haarlem gevochten. Maar, omdat de draak op een gegeven ogenblik al tientallen jaren al niet meer was gesignaleerd, vergaten de mensen hem. De draak werd niet ingezet omdat Vladimir het niks kon schelen en niet de moeite nam de deuren open te zetten.

Er kwam een nieuwe generatie, Rachel Diem Jilt overleed en de verhalen over de draak werden meer verhalen uit het verleden. Was er ooit een draak geweest? Men beschouwde de verhalen als leuk voor lange winteravonden, maar niemand nam het meer serieus.

Omdat er een systeem in de kerktoren was gebouwd waarmee van beneden de klokken werden bediend, kwam er ook niemand meer hoog in de toren en kwijnde de draak langzaam weg. Wel vroegen de Haarlemmers zich soms af wat dat brullerige gehuil was dat soms over de hele stad was te horen 's avonds, vooral als het weer slecht was. Men deed het af als ware het de wind die om de toren van de kerk joeg. Men wist niet beter. Er brak een tijd aan dat er niemand meer was die de draak ooit in levende lijve had gezien. Maar hij was er nog wel, daar boven in die toren, hopend op een moment dat hij weer vliegend zijn ronde over de stad kon maken. De draak was in zijn drakenleven nog jong, maar voelde zich verouderen, verlaten en erg eenzaam.

In de jaren die volgden verging het Haarlem niet best in de gevechten met de vijand. De Tachtigjarige Oorlog met de Spanjaarden brak aan en het beleg van Haarlem (1572-1573) betekende de definitieve nekslag voor de stad. Haarlem werd een Spaanse enclave.



In 1576 sloeg het noodlot toe. Hoewel Haarlem door de houten huizen wel vaker te kampen had gehad met stadsbranden was het in dat jaar werkelijk verschrikkelijk. Meer dan 60% van de bebouwing in de binnenstad werd in de as gelegd. Op de avond dat de brand uitbrak, keek de draak uit over de Grote Markt. Hij zag dat niet ver van het plein een ontploffing plaatsvond. Hierdoor vlogen er enorme brokstukken door de lucht en hoe onwaarschijnlijk ook, een van deze brokstukken raakte de toren van de Grote Kerk waardoor er een gat geslagen werd in de ruimte waarin de draak al ruim 200 jaar opgesloten zat. Hij spreidde zijn vleugels, klapwiekte een paar keer en dook door het ontstane gat de diepte in.



Intussen was de brand door de ontploffing uitgebreid over een aantal straten en stond de halve binnenstad binnen afzienbare tijd in lichterlaaie. Boven de stad, boven de vlammen cirkelde de draak rond, zich afvragend hoe hij kon helpen. Hij was niet anders gewend dan dat hij bescherming moest bieden... Hij brulde en probeerde uit alle macht alarm te slaan. Maar de bewoners wisten niet wat ze zagen, wisten niet wat ze dachten, begrepen er niets van... Een vliegend monster dat vuur spuwde, en de stad stond in brand. Alsof de hel was uitgebroken!! De mensen trokken al snel hun conclusie: "Een draak, een draak!! Die draak heeft de stad in de brand gezet, red ons, red ons, een draak!!!"

Nadat de brand voor het grootste deel geblust was en de inwoners de schade op konden nemen werd besloten de draak, die op z'n dooie akkertje bovenop de stadswal zat te wiegen, gevangen te nemen. Niemand wist wat ze met dit monster aanmoesten, niemand wist ook hoe dit onschuldige schepsel vroeger zijn diensten had bewezen, niemand wist of dacht dat dit de draak uit de verhalen was, en iedereen wees nu met een beschuldigende vinger naar het dier dat zich van geen kwaad bewust was.

Het stadsbestuur besloot de draak voorgoed op te sluiten in het gangenstelsel onder de stad, dichtbij het water zodat hij geen schade meer kon aanrichten. De toenmalige burgemeester van Haarlem, de edelman Janos Beimiche, had bedacht dat de draak ook nog wel van pas kon komen. Hij had namelijk nog wel wat gouden munten waarvan hij niet wilde dat eventuele rovers en nieuwe belegeraars van Haarlem deze in handen zouden krijgen. Burgemeester Beimiche besloot derhalve dat de draak in zijn nieuwe kerker de schat moest bewaken.

De draak was niet bepaald blij met deze nieuwe plek, en besloot wraak te nemen. Toen Janos een paar jaar later een handvol gouden munten wilde ophalen, werd hij direct geroosterd door de steekvlam uit de bek van de vuurspuwende draak. Onmiddellijk sloot de Gemeentesecretaris alle toegangen af met stevige hekken met hangsloten en stadsgidsen kregen instructies om het bestaan van gangen als 'Mythevorming' af te doen.


Stadgids Thon Fikkerman

Een mythe .... of de waarheid? Lees eerst goed het verhaal, bekijk de video, en ga dan zelf op onderzoek uit! Op het coordinaat bovenaan de pagina vind je de voormalige Janspoort. In het patroon van de straatstenen kun je de vorm nog zien die de poort had. Vind hier cijfer A.
Bij het huis van Dancko aan de Batte Jorisstraat vind je cijfer B.
Bij de Grote- of Sint Bavokerk waar de Draak jaren in de toren leefde vind je cijfer C
Bij de Herberg waar Dancko en Sandra elkaar voor het eerst ontmoetten vind je cijfer D
Hiermee kun je met een bootje via het water het hangslot openen dat toegang geeft tot de geheime ondergrondse ruimtes van de stad waar de draak zich zou bevinden. De cijfercode is ABCD. Leg je bootje goed vast, en sluit direct het hek achter je, zodat er geen duiven opgesloten kunnen worden in het gangenstelsel!

Als je zelf geen bootje hebt, kun je er op verschillende plaatsen in de stad een huren. Stuur een e-mail om een overzicht met verhuurlocaties te ontvangen.


Banner

Wil je mensen waarschuwen voor de Wraak van de Draak?
Dan plaats je deze banner:


Mythevorming?
Dan plaats je deze banner:



Op 1 september 2012 stond een artikel in het Haarlems Dagblad over deze cache.
Een waargebeurd verhaal, opgetekend door De Wijngemachtigde & ArneH. Met veel dank aan WimHlm, Monkeykeys, Carolien, Linda, Simone, Inge, Bas, Thon en Philip voor de ideeen en de hulp, met speciale dank aan Remon en collega's (Gemeente Haarlem) voor de toestemming en enthousiaste medewerking bij de realisatie.

Additional Hints (No hints available.)