In de veertiende eeuw stond er een stoer huis aan één van de Dordtse waterzijden. Je zou kunnen zeggen; “In Holland staat een Huis”, want dit huis staat er nu nog voor een deel. Het gaat om het
Huis te Merwede. Achteloos weggestoken tussen een insteekhaven ten oosten van de Papendrechtsebrug en de 2e Merwedehaven, aan het oog onttrokken door bomen en de gevangenis de Dordtse Poorten, bevindt
zich het oudste monument van Dordrecht. Een zwaar restant van de hoofdtoren is al wat rest.
Al in de jaren ’40 van de vorige eeuw is archeologisch onderzoek verricht op deze locatie. Dit heeft onder meer duidelijk gemaakt dat twee bouwfasen zijn te onderscheiden binnen dit huis van de
heren Van der Merwede.
Kasteel of niet?
Het Huis te Merwede was het huis van een grafelijke ambtenaar van burgelijke afkomst, die opklom tot de lagere adel. Dit soort mensen streefden weliswaar naar gelijkheid met de oude adel, maar
verkregen dat niet altijd. Ook hun behuizingen konden niet tippen aan de vaak veel rijkere en beter verdedigbare oud-adelijke woningen. De term “kasteel” is dan wellicht iets teveel van het goede
voor een behuizing als die van de heren Van der Merwede. Een “ridderhofstad” is wellicht een betere benaming. Het feit dat een woontoren deel uitmaakte van het complex is dan mogelijk eerder een
symbool voor de status die men graag zou willen hebben, dan een daadwerkelijk verdedigingselement. Temeer daar de meeste woontorens, ook die van het Huis te Merwede, aan tenminste één zijde
onbeschermd zijn. Dat het in dit geval gaat om de zijde die tegen het vaak vijandige Dordrecht is gericht, maakt zulke aanspraken alleen nog maar twijfelachtiger.
Onderzoek
De dienst Bouw- en Woningtoezicht van Dordrecht begon in 1940 onder leiding van de diens directeur, ir. G.C. van Buuren, met het blootleggen van de grondslagen van het Huis te Merwede. Voor de
dagelijkse leiding werd J.G.N. Renaud aangezocht. Deze man zou uitgroeien tot de grondlegger van de castellologie of kastelenkunde in Nederland. De belangrijkste resultaten van zijn onderzoek zijn
niet alleen de complete plattegrond van het kasteel, maar ook de vaststelling dat er sprake was van twee kastelen op dezelfde plaats.
Het oudste huis
Het eerste huis aan de Merwede was een gebouw op een vierkant grondplan, dat naar alle waarschijnlijkheid in het laatste kwart van de 13e eeuw tot stand kwam. De bouwheer zal wellicht Daniël (IV)
van der Merwede zijn geweest. De bouw van dit huis heeft geen enkele relatie met de afspraken die met de stad Dordrecht zijn gemaakt over het afstaan van een stukje grond in het begin van de 14e eeuw,
zoals vaak wordt gedacht. Het huis was ongeveer 26 x 27 meter groot en bestond uit diverse onderdelen, die op bijgaand kaartje zijn aangeduid. Op de zuidwesthoek bevond zich een grote ronde toren (A),
met een doorsnede van 10,5 meter (buitenmaat). Binnen was nog een diameter van circa zes meter over. Deze toren bleek bij het onderzoek sterk uit het lood te staan. Ook de aan de zuidzijde van de
toren aansluitende weergang op bogen (B) helde sterk naar buiten over. Zo’n weergang was ook aan de oostzijde van het gebouw terug te vinden. In de zuidoosthoek bevond zich een veel kleiner torentje
(C). Het daarbij gevonden muurfragment (D) wijst wellicht op een verbouwing van deze toren. In de noordoosthoek bevond zich een zaalbouw (F), met de binnenmaten 7,40 x 4,00 meter. Daarnaast zal het
poortgebouw (E) hebben gelegen. Hierdoor is duidelijk dat de toegang tot de binnenplaats zich aan de oostzijde van het gebouw bevond. De situatie in het noordwesten is minder duidelijk. Mogelijk
bevond zich hier al een woontoren (G), maar helder is dat niet. Het schaarse muurwerk uit deze periode dat is opgegraven, doet vermoeden dat tussen deze vermoedelijke donjon en zaal F nog een
woonruimte lag. Ook in zuidwaartse richting, naar toren A, heeft vermoedelijk zo’n woonruimte gelegen (H). De bij I aangetroffen resten wijzen wellicht eveneens op een verbouwing. Aldus was er een
nagenoeg vierkant huis gebouwd met woonvleugels aan twee zijden en een weermuur op bogen aan de twee andere zijden. Het geheel was gebouwd op een systeem van spaarbogen en diep gefundeerde
steunpunten. Dat bleek echter niet stevig genoeg. Het huis moet al binnen enkele decennia bij een overstroming zwaar zijn beschadigd.
|