Skip to content

Bruine Kil Traditional Geocache

This cache has been archived.

Bitte ein Bit: Het is mooi geweest, er moet maar iets nieuws komen.

More
Hidden : 6/12/2005
Difficulty:
1.5 out of 5
Terrain:
1 out of 5

Size: Size:   micro (micro)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:


Tot ongeveer het jaar 1000 na Chr. was West-Nederland één uitgestrekt veengebied, waar enkele rivieren doorheen stroomden. De mensen woonden op de oeverwallen langs de rivier, omdat het veen te nat en te slap was om op te kunnen bouwen en wonen. Sommige van deze rivieren bestaan nog steeds, zoals de Merwede; andere zijn verdwenen of hebben een heel andere loop gekregen.

Vanaf 1000 na Chr. veranderde het landschap. In die periode begon de mens de veengebieden te ontginnen. Het veen werd ontwaterd ten behoeve van de landbouw of afgegraven voor de turf- en zoutwinning. De voorheen hooggelegen woeste veengebieden veranderden in laaggelegen weidegronden waar vee kon grazen. Het water werd afgevoerd door een gegraven stelsel van sloten en weteringen. Om de lage weidegronden te beschermen tegen langdurige overstroming werden er ter plekke van de huidige Biesbosch langs de rivier dijken en kades aangelegd. Toen de afzonderlijke dijkstukken aan elkaar gesloten werden ontstond er één grote polder: de Groote Waard. De ontginning van het gebied bracht welvaart voor zijn bewoners. Steden en dorpen zoals Dordrecht en het verdwenen dorp Heeraartswaarde werden in deze periode gesticht.

De St. Elisabethvloed in het jaar 1421 was catastrofaal voor de Groote Waard. De door een stormvloed opdringende zee verwoestte de zuidwestelijke dijk van de Groote Waard en kort daarop brak bij Werkendam ook de Merwededijk door. De laaggelegen veenpolder en een aantal dorpen en steden verdwenen onder water en er ontstond een groot meer: het 'Bergsche Veld'. Dit meer stond in verbinding met de zee via het Haringvliet en met de rivier de Merwede. Honderd jaar lang veranderde er weinig aan deze situatie en floreerde vooral de zalmvisserij op het meer. Daar kwam verandering in toen het door de rivier en zee aangevoerde zand en slib zich ophoopte en uitgroeide tot platen die bij lage waterstanden droogvielen. Aan de monding van de Merwede vormde zich zo een delta die steeds verder uitgroeide in het Bergsche Veld. Zodra de platen droogvielen raakten ze begroeid met biezen. Aan dit gewas dankt de Biesbosch zijn naam! Wanneer zo'n biezengors onrendabel werd, doordat het te hoog opslibde, werden er riet en wilgenbos geplant. De Biesbosch werd het domein van biezen- en rietsnijders en griendwerkers.

De Biesbosch ontwikkelde zich zo tot een uniek zoetwatergetijdengebied, waarin het twee maal per etmaal in- en uitstromende water zorgde voor een groot getijverschil. De vegetatie groeide in een specifieke zonering met in elke zone plantensoorten aangepast aan de mate van overstroming door het getij. Biezenvegetaties zijn het best bestand tegen getijdendynamiek en gedijen juist zeer goed als ze voor meer dan de helft van de tijd onder water staan. Rietvegetaties verlangen iets drogere voeten, en worden gevolgd door ruigte en griend. Uniek is het voorjaarsaspect van de vegetaties met een massaal voorkomen van de goudgele dotterbloemen. Het uitgestrekte biezen- en rietmoeras en de grienden vormden een geschikte omgeving voor bevers, otters en vele moerasvogels.

De aanleg van de Nieuwe Merwede (1885) zorgde voor een daling van de waterstand in de Biesbosch. Het gevolg was dat veel grienden werden ingepolderd en omgevormd tot landbouwgrond.

Door de afsluiting van het Haringvliet (1970) is het getij grotendeels verdwenen. Sinds het begin van de jaren 90 (20ste eeuw) groeide het besef dat met de afsluiting van het Haringvliet te veel van de oorspronkelijke natuurwaarden van de Biesbosch verloren zijn gegaan. Inmiddels worden de mogelijkheden voor een ander beheer van de Haringvlietsluizen serieus onderzocht.

Kenmerkend in het huidige gebied is het laag gelegen drassige land, dat is ingesloten door grote rivieren en wordt doorsneden of omsloten door overwegend zuidwest-noordoost georiënteerde killen die diep in het gebied reiken en zich gaandeweg vertakken in een veelvoud aan zeer sterk meanderende kreken en geulen die soms op elkaar aansluiten en soms doodlopen en zo een doolhof aan waterwegen vormen. Hierdoor wordt een groot aantal ondiepten, zandplaten en eilanden met polders van variabele omvang gecreëerd, welke afwisselend zijn bedekt met broekbossen, gorzen, graslanden, grienden, rietvelden en bossen met spaartelgen welke worden omsloten door kaden en/of polderdijken. De beplanting bestaat uit een bijzonder groot aantal soorten wilgen, zwarte els, populier en es. De belangrijkste killen zijn Bakkerskil, Bruine Kil en de Bleekse Kil. De Bruine Kil is de kleinste van de drie.

Additional Hints (No hints available.)