Kamp
Kremboong
Kamp Kremboong (in 1941 gebouwd in het kader van de Rijksdienst voor de Werkverruiming) bood plaats aan 240 personen.
Januari 1942:
De eersten Joodse dwangarbeiders waren uit Amsterdam afkomstig. Zij moesten vanaf station Hoogeveen naar het kamp lopen.
"Het station van Hoogeveen lag verlaten in de sombere dag: regenvlagen stroomden tegen de ruiten, de wind huilde om de grauwe muren. Ruim honderd jongens gingen op zoek naar Kremboong. We liepen op een stille landweg. (…) Onze bagage werd zwaar. Enige gelukkigen vonden een boer bereid hun koffers per fiets naar het kamp te brengen. Wij liepen voort. Eindelijk ontmoetten we een paar boerenwagens die ons met onze bagage tegen betaling van twee kwartjes naar Kremboong brachten. Hotsend en rammelend reden wij voort, stijf tegen elkander gedrukt, nat en koud. (…) Wit tekende Kremboongs daken zich af tegen de grauwe hemel. In drie reeksen stonden de barakken, keuken en kokswoning erbij aangesloten. De kantine was een afzonderlijk houten gebouwtje. In het midden was een veld."
"We waren ondergebracht in achtpersoons houten barakken bestaande uit twee vertrekken: een slaapzaaltje waarin zich acht muurvaste houten kribben bevonden, ieder uitgerust met een strozak en drie dekens en een woonkamer die een tafel, acht stoelen, even zoveel kasten, een soort pottenbank en een kacheltje bevatte. Het schoonhouden moest geschieden door de kamerwacht. (…) We leerden onze bedden 'model'opmaken, stram in de houding staan als iemand binnenkwam (…)"
De bewoners werden onder toezicht van de Heide Mij ingezet bij de ontginning van heidevelden. Het werk was zwaar. Het bestond uit graafwerkzaamheden, het zogenaamde putten, nadat de bomen door zware machines waren geveld en de boomstronken en wortels waren verwijderd. Het ene gat werd met de aarde van een ander gat gevuld, om zo de grond geschikt te maken voor landbouwdoeleinden.
Het dagrantsoen bestond uit waterige pap en een paar sneetjes brood. Men vulde dit aan door voedsel bij de omringende boeren te kopen. Medio juli groeide de bevolking tot haar maximale omvang doordat dwangarbeiders uit andere kampen naar kamp Kremboong werden gebracht. 3 oktober zijn de bewoners van het kamp naar kamp Westerbork getransporteerd. Meer dan tien bewoners, waaronder Ies Jacobs, zijn de nacht voor het transport gevlucht en ondergedoken.
Na de oorlog
Na de oorlog werden de barakken gebruikt als noodwoningen.
Momenteel is er akkerland op de plek waar het kamp stond.
Let op: Deze cache alleen loggen tussen zonsopkomst en zonsondergang.
Deze cache is geplaatst met toestemming van Historische Kring Hoogeveen en Gemeente Hoogeveen.