De Laurenskerk
In de jaren 1000 tot 1200 werd een kleinere kerk gebouwd op de plaats van de tegenwoordige kerk. De eerste drie geledingen van de romaanse toren zijn nog van die tijd. Met de bouw van een eenbeukige, gotische kruiskerk met dwarsschip en koor werd in 1429 begonnen. Omdat de kerk hoger werd, moest de toren met twee geledingen worden verhoogd. De eenbeukige kerk kreeg door het langsschip met dwarsschip en koor een basilicale plattegrond. Later werd aan weerszijden van het bestaande langsschip een zijbeuk gebouwd, waarin tevens het dwarsschip werd opgenomen. Hierdoor verdwenen de muren van het langsschip en twee rijen pilaren kwamen hiervoor in de plaats. Deze zuilen en pilaren zijn beeldbepalend voor de kerk. Het huidige orgel heeft twee voorgangers gehad. De eerste heeft voor de Reformatie tot 1592 dienst gedaan. In hetzelfde jaar bouwde Pieter Janszoon de Swart uit Utrecht een nieuw orgel, dat tot 1822 de gemeentezang begeleidde. Maar toen was het ook versleten. De kerkmeesters namen het besluit om de gebroeders Bätz, eveneens uit Utrecht, op te dragen een nieuw orgel te bouwen. Het instrument werd geleverd voor een bedrag van ruim 19.000 gulden. In de loop der jaren zijn meer of minder ingrijpende herstelwerkzaamheden en restauraties aan het orgel uitgevoerd. Tijdens de laatste ingrijpende restauratie het kerkgebouw in de periode 1969 tot 1978 werd het orgel onder handen genomen door de firma Blank te Herwijnen.