De torenburcht van Rutten of donjon van Rutten is een veertiende-eeuwse donjon in Hamal, een gehucht nabij Rutten in de Belgische gemeente Tongeren in de provincie Limburg. De donjon is gelegen aan de Hamalstraat vlak bij het kasteel van Hamal.
Gebouw
Van de versterkte woontoren, die deel uitmaakte van een groter geheel, staan nu nog enkel de buitenmuren recht, hetzadeldak en de binnenindeling zijn verdwenen. Het geheel heeft een rechthoekig grondplan van 6,8 m bij 7,5 m en steunt op een plint van mergelsteen en vuursteen. De hoekblokken van de plint bestaan uit ijzerzandsteen.
Oorspronkelijk bevond de ingang zich in de noordelijke gevel op de eerste verdieping aangezien de woontoren gelegen is in een laaggelegen akker langs de Ezelsbeek die men kan laten overstromen ter verdediging. De deuropening in de plint die voorzien is van een omlijsting in kalksteen dateert uit een latere periode.
De oostelijke en westelijke gevel lopen uit in een punt. Beide puntgevels zijn het resultaat van een latere aanpassing aangezien de oorspronkelijke burchttoren hoger was dan de huidige ruïne. In de oostelijke gevel bevinden zich twee rechthoekige vensters die omlijst worden door blokken uit ijzerzandsteen. Het kleine venster aan de linkerzijde van de gevel is gedicht, het venster aan de rechterzijde is deels gedicht en wordt getopt door een keperboog. In de westelijke gevel bevindt zich een venster aan de rechterzijde dat eveneens getopt wordt door een keperboog. De gaten in de westelijke gevel tonen waarschijnlijk waar de houten weergang werd aangehecht.
Geschiedenis en bewoners
De burchttoren hing af van de leenzaal van Rutten en dateert uit de 14e eeuw. De eerst bekende bezitter was jonkerStas van Streels. Rond 1600 werd het goed bezit van de familie Arckens. De gronden waarop de burchttoren zich bevindt zijn nog steeds in het bezit van afstammelingen van deze familie.
Le Donjon de Hamal
Le donjon est la tour la plus haute d'un château fort au Moyen Âge, destinée à servir à la fois de point d'observation, de poste de tir et de dernier refuge si le reste de la fortification vient à être prise par un ennemi. Cette tour, ou ce bâtiment fortifié, sert aussi en général de résidence au seigneur du chateau.
Étymologie et sens du terme
Le mot donjon (ou dongun, doignon, dangon) est issu du gallo-roman (attesté chez Du Cange sous les formes dunjo, dungeo, domniono, domnio, etc.), dérivé du latin dominus « maître, seigneur ». Il a peut-être subi l'influence du vieux bas francique *dungjo de sens proche.
Il désigne la partie du château réservée au maître (en latin dominus) du château. En dehors de son rôle spécifiquement militaire lors d'un siège, on y installe en général les appartements du seigneur et de sa famille, des réserves stratégiques de nourriture et d'armes ; le donjon sert également pour des prisonniers qu'on cherche à isoler particulièrement. En langue anglaise, le mot dungeon, qui avait au Moyen Âge le même sens de « tour principale », a vu sa signification évoluer jusque désigner uniquement les cachots et les caves d'un château.
Au Moyen Âge, le terme donjonum s'appliquait à tout l'ensemble fortifié : logis du châtelain, écuries et Chapelle1. L'usage moderne en français, avec le sens exclusif de « tour la plus haute » est donc une évolution du sensNote 1.
Le terme peut être appliqué à des édifices hors d'Europe, organisés selon les mêmes principes, par exemple certaines forteresses du Japon
Om deze cache te vinden zoeken wij de naam van de burcht in één van de zustersteden van Tongeren waar in 2005 tergelegenheid van het 2000 jarig bestaan van de stad een ware Donjon werd nagebouwd.
Nous espérons que ce cache pour trouver le nom du château dans l'une des villes jumelles de Tongres où, en 2005, maintenant l'anniversaire de 2000 de la ville un véritable Donjon a été reconstruit.