Skip to content

Vespertilionidae Traditional Geocache

This cache has been archived.

Lizzy_Bennet: Je cache is door mij gearchiveerd omdat hij te lang
inactief staat.

More
Hidden : 7/12/2015
Difficulty:
2 out of 5
Terrain:
1 out of 5

Size: Size:   small (small)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:

Let op!! deze cache bevind zich niet in een tuin en ook niet in de rand van een tuin!! Deze cache geeft een cacher iets meer inzicht van de toch wel gevreesde lees (nuttig) dier die ons `s nachts nog wel een laat schrikken.

Vespertilionidae

Vleermuizen

 (orde Chiroptera, ook wel handvleugeligen genoemd) zijn zoogdieren die echt kunnen vliegen (in tegenstelling totzweven). Hiertoe zijn hun vleugels voorzien van een vlieghuid die tussen de vingers van hun voor- en achterpoten en hun staart zit. Er zijn veel soorten vleermuizen. Sommige zeldzame soorten komen slechts op één enkele locatie voor (meestal een grot). Wereldwijd zijn er ruim 1.100 soorten, waardoor meer dan één op de vijf zoogdiersoorten een vleermuis is.

Een van de eerste vleermuizen was Icaronycteris, waarvan fossielen zijn gevonden die dateren van 54 miljoen jaar geleden, uit hetEoceen.

In het verleden werden de vleermuizen in twee onderordes ingedeeld: Megachiroptera (grote vleermuizen) en Microchiroptera(kleine vleermuizen). De eerste groep bestaat uit grotere soorten, die zich meestal op het zicht oriënteren en die vaak fruit eten; devleerhonden behoren hiertoe. De tweede groep bestaat vrijwel alleen uit vleeseters, die zonder uitzondering gebruikmaken vanecholocatie. Tot deze groep behoren alle andere vleermuizen. Genetisch onderzoek heeft echter aangetoond dat de familiesRhinolophidae (hoefijzerneuzen), Hipposideridae (bladneuzen van de Oude Wereld), Megadermatidae (grootoorvleermuizen),Craseonycteridae (hommelvleermuis) en Rhinopomatidae (klapneuzen) in feite nauwer verwant zijn aan de vleerhonden dan aan de andere kleine vleermuizen. Daarom worden ze nu samen met de vleerhonden in de onderorde Pteropodiformes (ook welYinpterochiroptera) ingedeeld, terwijl de overgebleven Microchiroptera de onderorde Vespertilioniformes vormen.

In Nederland en België

In Nederland en België komt uitsluitend een twintigtal gladneuzen en hoefijzerneuzen voor, waarvan een aantal zeer zeldzaam is. Ongeveer zeven soorten komen in Nederland vrij algemeen voor. Door hun verborgen en nachtelijke levenswijze hebben veel mensen echter nog nooit bewust een vleermuis in het wild gezien.

Levenswijze

De Europese vleermuizen zijn veelal insecteneters. Deze insecten worden in de avondschemer in de lucht gevangen door echolocatie. Omdat er 's winters nauwelijks insecten rondvliegen, houden de in Nederland en België voorkomende soorten een winterslaap, waarbij ze hun metabolisme tot een uiterst laag pitje terugdraaien en hun lichaamstemperatuur maar net boven het vriespunt blijft. Vleermuizen paren vóór de winter, maar de eisprong en bevruchting treden pas een paar maanden later op. Meestal is er maar één jong; dat wordt gezoogd en blijft tijdens de jacht van de moeder op de slaapplaats hangen. Vleermuizen kunnen tot tientallen jaren oud worden en planten zich maar langzaam voort. Ze zijn meestal zeer trouw aan hun standplaats en overwinteringsplaats.

Thermografische afbeelding van een vliegende hond; zijn vleugels houden de lichaamswarmte binnen

Vleermuizen slapen en overwinteren vaak in grote aantallen in grotten, of, in Noordwest-Europa, bij gebrek aan grotten, in ijskelders, bunkers en forten. Sommige vleermuizen overwinteren ook in boomholten, terwijldwergvleermuizen hoofdzakelijk in huizen (in de spouw of op zolder) overwinteren. In de zomer verkiezen ze plaatsen die warmer zijn dan bunkers en forten, en komen ze veelvuldig voor op zolders en kerkzolders. Ze hangen daar overdag met hun hoofd naar beneden. Ze kunnen ook ondersteboven in bunkers hangen of aan takken van bomen, onder afdakjes enzovoort. 's Avonds vliegen vleermuizen uit. Ze zijn in de schemering goed te herkennen, in de eerste plaats omdat er in de schemering weinig vogels vliegen, en in de tweede plaats omdat hun vlucht nogal afwijkend is. Op jacht naar vliegende insecten hebben ze een zeer onregelmatige vlucht, ze kunnen snel hun vliegrichting aanpassen. Deze vleermuizen zenden namelijk ultrasone geluiden uit die op een prooi weerkaatsen en weer opgevangen worden. Zo kan de vleermuis de afstand tot zijn prooi en omgeving inschatten en vliegt hij opmerkelijk veilig. Vleermuizen kunnen in het stikdonker door een kamer vliegen waarin zeer dunne draden gespannen zijn, zonder deze te raken.

De meeste vleermuissoorten zijn promiscue, maar er zijn ook monogame soorten.

 

Vleermuisbescherming

Vleermuizen zijn door hun gewoonte om in groepen te rusten zeer kwetsbaar. Bij instorting, overstroming en dergelijke kan een hele kolonie worden verwoest. Ook planten vleermuizen zich traag voort. Sommige soorten zijn pas na enige jaren geslachtsrijp, en een worp bestaat vaak uit niet meer dan één jong.

Door de beschadiging van hun biotoop is vleermuisbescherming hard nodig. Goede roestplaatsen overdag (holle bomen) en goede overwinteringsplaatsen, met zeer weinig verstoring, veiligheid voor roofdieren en de mens, en een temperatuur die 's winters niet onder het vriespunt zakt, zijn schaars. Gecultiveerde landschappen worden vaak armer aan insecten. Veel vleermuizen hebben om zich te oriënteren 'corridors' nodig van heggen of bomenrijen om zich over grotere afstanden te kunnen verplaatsen: ze begeven zich niet graag ver van een peilbaar echobaken. In de Europese Unie zijn alle soorten bij wet beschermd.

België en Nederland werden op 4 december 1991 partij bij het EUROBATS-verdrag (Agreement on the Conservation of Populations of European Bats).

Omgang met vleermuizen

Alle Belgische en Nederlandse vleermuizen zijn beschermde dieren.

Een slapend aangetroffen vleermuis het best rustig laten zitten. Het zijn nuttige diertjes die enorme hoeveelheden muggen verorberen.

Een vleermuis in winterslaap niet verstoren - opwarmen kost hem zoveel energie dat hij de lente weleens niet meer zou kunnen halen als hij vaker wakker wordt dan normaal.

Een zieke of dode vleermuis niet met de handen aanraken - sommige vleermuizen zijn met het hondsdolheidvirus besmet. In een potje scheppen en (als hij nog leeft) een vleermuisopvangcentrum waarschuwen.

Een dode vleermuis melden aan een onderzoekscentrum, net als een vleermuis in de gordijnen; misschien is er wel een vrijwilliger in de buurt die kan helpen zonder het beest schade te berokkenen.

 

 

 

Additional Hints (No hints available.)