Skip to content

Obdam in de oorlog Multi-cache

This cache has been archived.

Penelope: Je cache is door mij gearchiveerd omdat hij te lang inactief staat.

More
Hidden : 11/1/2013
Difficulty:
2 out of 5
Terrain:
1 out of 5

Size: Size:   micro (micro)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:

Deze bovenstaande coordinaten zijn niet van de cache !
Obdam in de Oorlog

Vals persoonsbewijs.

Jongelui die aan de werkplicht willen ontkomen,
proberen een vals persoonsbewijs op de kop te tikken.
In het gemeentehuis van Obdam helpt gemeente-ambtenaar Joseph Buis
jongens aan deze nepdocumenten.
Dat gaat goed, tot 4 oktober 1944.
Dan ontdekt de Duitse politie bij een controle dat twee Obdamse jongens vervalste persoonsbewijzen laten zien.
Op de papieren staat de handtekening van Buis.
Daarom halen rechercheurs de ambtenaar ’s nachts uit zijn bed.
In een zwaar beveiligde gevangenis aan de Weteringschans in Amsterdam verhoren ze hem.
Zijn gevangenschap duurt een paar weken.
In die tijd smokkelt hij via een medegevangene die vrijkomt een briefje naar buiten.
Het is voor zijn vrouw."Het gaat goed. Ik kom waarschijnlijk gauw vrij” staat erop.
Het loopt allemaal anders.
Als verzetsmensen in de Apollolaan in de hoofdstad een dodelijke aanslag plegen op een
hoge Duitse officier, willen de bezetters “afrekenen”.
Ze steken op 24 oktober een paar huizen in brand en halen 29 mannen uit de gevangenis.
vastgeboeid brengen vrachtwagens de gevangenen naar de plek waar de Duitse officier is omgebracht.
Daar worden ze doodgeschoten.
Eén van de mannen is Joseph Buis.
Hij is dan 35 jaar.
Zijn lichaam wordt gecremeerd in Driehuis-Westerveld.


Op deze plek aan de Apollolaan werden op 24 oktober 1944 29 mensen gefusilleerd,als reprasaille voor de (gelukte) aanslag op SD-officier Herbert Oehlslager. De 29 zaten vast in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in afwachting van hun berechting. Met de aanslag hadden zij niets van doen, ze werden willekeurig uit hun cellen geplukt. Officieel wordt het beeld het 'Monument voor gefusilleerde verzetstrijders' en is afkomsig van Jan Havermans.



Een schietpartij bij het gemeentehuis

West-Friesland is in de winter 1944-1945 een bruikbaar gebied voor het “droppen” van wapens.Voor deze droppingsacties vliegen regelmatig piloten uit Engeland laag boven weilanden in de buurt van Wognum en Alkmaar. Meestal gaat het om wapens, maar ook laten de vliegtuigen af en toe kisten met kleding en spullen voor de ondergrondse werkers vallen. Goede kleren en warme schoenen zijn in die koude winter erg welkom. In Spanbroek werkt een verzetsgroep samen met papierwarenfabrikant Johan Hellema uit Zaandam. Hellema heeft bedacht hoe je wapens kunt afvoeren in een schip met een dubbele bodem. Hij is daarom een waardevol man voor het verzet. Om nieuwe plannen te bepraten is Johan Hellema zaterdagmorgen 10 februari 1945 bij leider Hil Schipper van de verzetsgroep aan de zomerdijk bij Spanbroek. Ook andere belangrijke kopstukken zijn die ochtend bij Schipper. De Alkmaarse chirurg Frederik Haverkamp bijvoorbeeld.En Tobias Biallosterski, een Amsterdamse verzetsman die een grote rol speelde als regelaar van de organisatie.Als kopstuk van de organisatie heeft Tobias een schuilnaam: om het lastig te maken om hem op te sporen, noemt iedereen hem Hans. Als de mannen met een auto richting Amsterdam gaan, komen ze bij Wognum de Duitse politie tegen. De agenten zien dat Hans Engelse laarzen draagt en vragen hem hoe hij daar aan komt. De Duitsers hebben natuurlijk vermoedens: zij kennen de geheimzinnige Engelse vliegtuigen boven West-Friesland en willen daar graag meer van weten. Daarom arresteren ze het groepje. Ze willen de mannen uitgebreid ondervragen. Ook de 20-jarige Wognummer Cor Wijnker wordt gearresteerd. Hij loopt toevallig in de buurt van de auto. Maar de Duitsers denken dat hij voor de verzetsmensen op de uitkijk staat. “Ik zei nog dat ik er niks mee te maken had, maar ze geloofden me niet en namen me mee.”

Hard verhoor

Het verhoor in het Wognumse politiebureau gaat er hard aan toe. De agenten mogen natuurlijk niet zien dat de verzetsmensen belangrijke brieven bij zich hebben. Daarom verbrand één van de mannen gauw een formulier in zijn pijp. Dokter Haverkamp probeert nog snel wat papieren achter een verwarmingsradiator te verstoppen, maar dat zien de Duitsers. Ze worden zo kwaad dat ze de arts de tanden uit zijn mond slaan en hem met zijn gezicht tegen de muur drukken. Het enige dat dokter Haverkamp loslaat is dat hij bij zijn collega Lohman in Obdam is geweest.

Naar Obdam

Dan laden de Duitsers hun arrestanten in een auto en gaat het richting Obdam. Daar halen ze ook Notaris Appel, Dokter Lohman, zijn zoon en de tuinman Cor van ’t Hof op. Samen zijn er elf arrestanten. De Duitsers willen de groep naar Alkmaar vervoeren, maar er is geen geschikte auto om het groepje uit Obdam weg te halen. Omdat een paar soldaten eerst die wagen willen ophalen, sluiten ze de gevangenen op in een kamer van het gemeentehuis. Een landwacht krijgt de opdracht de groep te bewaken, hij is in zijn eentje. Leider Schipper van de verzetsgroep Zomerdijk heeft inmiddels gehoord dat zijn beste mannen gevangen zitten. Hij wil ze bevrijden en regelt daarom een paar sterke helpers. Samen stappen deze mannen op de fiets richting Obdam. Onder hun jassen verstoppen ze wapens. Zodra ze aankomen, omsingelen de verzetsmensen het gemeentehuis. Landwachters en Duitse politiemensen merken dat ze in het nauw zitten. Ze nemen daarom de verzetsgroep onder vuur. Die schiet terug. Het regent kogels en iedereen raakt in de war. Veel Obdammers zijn bang dat er mensen worden neergeschoten die er niets mee te maken hebben. Ze roepen daarom dat het verzet beter rustig aan kan doen. Vol twijfel trekken Schipper en zijn mannen zich terug.

Vluchten

Binnen horen de gevangenen de schoten. Ze zijn blij met de steun van hun kameraden. Die hulp maakt dat ze zich sterker voelen. Tobias Biallosterski en een paar anderen durven het daarom aan om de bewaker tegen de grond te slaan. Dat geeft de anderen de kans om te vluchten. Ze denken dat de Duitsers buiten aan de voorkant van het gemeentehuis staan. Daarom rennen ze naar de achterdeur. Maar daar ontdekken ze dat ze fout zitten: de soldaten houden de boel juist aan de achterzijde in de gaten. De Duitsers worden woest en pakken hun geweren. Ze schieten op de vluchtende mannen. Cor Wijnker, de jonge Wognummer die toevallig op straat was opgepakt, probeert met een groepje via het bosje aan de achterkant van het gemeentehuis te ontkomen. Hij komt niet ver. “Op een stuk hout ben ik nog over een sloot gekomen, maar daarna hebben ze me in de knie geschoten. Naast mij liep meneer Hellema. Die overleefde het niet.” Een kogel treft Johan Hellema(45 jaar) in het achterhoofd. De Duitsers laten hem in een schuit slepen. De opnieuw gearresteerde mannen worden weer opgesloten in het gemeentehuis. Nu in een kamertje boven. Andere vluchtelingen weten te ontkomen.


Johan Hellema

Onder het raamkozijn

De dertien kinderen van aannemer Mulder luisteren gespannen naar alle schoten. Het gezin woont in het huis op de hoek van de Burgemeester Dekkerstraat en de Kerkweg, waar de kogels tegen de gevels ketsen. “Om alles goed te zien, wilden we steeds met onze neuzen voor het raam staan, maar moeder was bang dat dat gevaarlijk was. Van haar moesten we daarom gehurkt onder het raamkozijn blijven zitten”, vertelt Nic Mulder. Hij was twaalf jaar toen het gebeurde. Ze mogen niet kijken, maar toch kunnen de kleine Muldertjes de strijd goed volgen. Ze horen hoe de Duitsers jacht maken op de verzetsstrijders die weg wisten te komen. En hoe de soldaten schreeuwden rond het kippenhok van dokter Lohman. De Duitsers denken dat één van de gevluchten zich daarin heeft verstopt. Zoeken doen ze niet: et een handgranaat komt het hok tot ontploffing. Er zat niemand in. Nic Mulder:”We zagen een paar van die verzetsjongens in de richting van de volkstuintjes bij de dijk vluchten. Een paar werden er neergeschoten. Een derde kreeg een kogel in zijn been en gaf zich over. Opeens stond er bij ons ook een knaap voor de deur. Drijfnat, was-ie, want hij was dwars door de sloot weggerend. “Help me”, riep hij.”

Glas Kapot

Moeder Mulder bedenkt zich niet en haalt de vluchteling binnen. “Eerst verstopte ze hem in de kelder. Later wees ze hem een schuilplaats onder de vloer in de slaapkamer aan. Precies onder het bed, op een plek waar we de aardappelen bewaarden. Hij trok nog gauw een pak van mijn vader aan om van het spoor van nattigheid af te komen.” De laatste druppels slootwater zijn nog maar net opgedweild of de Duitsers stormen het huis van Mulder binnen. “Ze sloegen het glas van de voordeur kapot en stonden meteen in de slaapkamer waar die jongen onder de vloer lag. Met z’n allen keken we hoe de Duitsers daar aan het zoeken waren. Maar aan de vloer dachten ze niet. Natuurlijk zeiden we geen woord. Dat had moeder nog gauw gezegd: “Jullie houden je mond. Jullie doen alsof jullie van niks weten.” De zoektocht van de Duitsers gaat nog even door, maar ze kunnen de vluchtelingen niet vinden. Uit kwaadheid halen ze alle mannen uit de buurt uit hun huizen. Ze moeten op een rij voor het gemeentehuis gaan staan. Dreigend lopen de Duitsers daar met hun wapens heen en weer . Ze roepen dat de Obdammers moeten zeggen waar de andere vluchtelingen zijn. Maar een antwoord blijft uit. Niemand die het weet. Behalve dertien kleine Muldertjes. Maar die liggen thuis, onder de vensterbank. Als de Duitsers begrijpen dat hun dreigementen niks helpen, laten ze de mannen gaan. De vluchteling bij Mulder maakt van de teruggekeerde rust gebruik door via een raam de schuur in te glippen. Op de zolder daar rolt hij zich in een rieten mand om in de loop van de nacht weer naar zijn makkers aan de Zomerdijk te gaan.

Zwaar gewond

De vluchteling die zich onder de vloer bij Mulder schuil hield, is één van de weinigen die het vuurgevecht in het hart van Obdam overleeft. Ook dokter Lohman en notaris Appel komen goed uit de strijd tevoorschijn. Zij hadden zich in de woning achter het raadhuis verstopt en komen pas weer naar buiten als het rustig is. Dokter Haverkamp en Tobias Biallosterki raken zwaar gewond. De zusters Dominicanessen verlenen eerste hulp, maar hun verwondingen blijken zo zwaar dat Biallosterki later in de strafgevangenis in Scheveningen overlijdt. Dokter Haverkamp wordt in April bij een vergeldingsactie in Limmen doodgeschoten. Wognummer Cor Wijnker komt via Alkmaar in de gevangenis aan de Weteringschans terecht. “De verhoren waren daar hard. Ze lieten ons heel lang staan met de handen in de lucht. En als je dan viel, kreeg je een opdonder. Ik was daarom blij dat ik niks wist van het verzetswerk van anderen. Dan kon ik ook niks verraden.” Zijn gevangenschap duurt een week.

Uit "De Oorlog maakte alles anders" uitgegeven door de Gemeente Obdam


En dan nu de puzzeltocht
(neem wel een rekenmachine mee)


Onze wandeling start vanaf de parking en van daaruit lopen we naar WP1
(N 52° 40.638 E 004° 54.292)
Hier aangekomen zien we twee straatnaambordjes vernoemd naar de hoofdpersonen van deze cache, stapeltel het linkerbordje, dit is antwoord A, stapeltel ook het rechterstraatnaambordje, dit is antwoord B

we vervolgen onze wandeling naar WP2
(N 52° 40.590 E 004° 54.412)
bij dit monument tellen hoe vaak de letter I voorkomt, dit is antwoord C
ook tellen we hoe vaak de letter O voorkomt, dit is antwoord D

vervolgens gaan we naar het volgende monument WP3
(N 52° 40.532 E 004° 54.442)
hier tellen we hoe vaak de letter V voorkomt, dit is antwoord E
ook tellen we hoe vaak de letter S voorkomt, dit is antwoord F

Nu alleen nog via de volgende manier de cijfertjes op de juiste plek zetten

N52.40.GHI E004.54.JKL

G=D ; H=E ; I=(C-E) ; J=(F-E) ; K=B ; L=(A-B)


Flag Counter

Additional Hints (Decrypt)

7

Decryption Key

A|B|C|D|E|F|G|H|I|J|K|L|M
-------------------------
N|O|P|Q|R|S|T|U|V|W|X|Y|Z

(letter above equals below, and vice versa)