Entree Gelderse Poort EarthCache
This cache has been locked, but it is available for viewing.
-
Difficulty:
-
-
Terrain:
-
Size:  (not chosen)
Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions
in our disclaimer.
De Stadswaard, de Oude Waal en de
Vlietberg sluiten direct aan op de binnenstad van Nijmegen. Daarmee
is deze uiterwaard dé Entree van de Gelderse Poort. Dit is de plek
waar de meeste bezoekers van de Gelderse Poort het gebied zullen
binnenkomen
De Gelderse
Poort.
Het gebied omvat in het kort:
De uiterwaarden van de Rijn ten zuiden van Arnhem tot en met
ongeveer de Duitse plaats Emmerich;
De uiterwaarden van de rivier de Waal vanaf de splitsing van Waal
en Rijn tot ongeveer Nijmegen;
De gehele Ooijpolder gelegen ten oosten van het heuvelmassief van
Nijmegen;
De daar ten zuiden van gelegen gebieden op Duits grondgebied ten
oosten van de heuvels van het Reichswald en ten westzijde van de
Rijn, omvattende de zgn. Duffelt en het schiereiland
Salmorth;
De zgn. Rijnstrangen en het Gelders eiland, ten oosten van de Rijn
vanaf ongeveer de plaats Loo tot en met Spijk, waar vele oude
rivierlopen van de Rijn liggen.
Maar hoe komt het gebied eigenlijk aan deze naam: “Gelderse
Poort”. Gelders lijkt nogal logisch, omdat het gebied voor
een groot gedeelte in Gelderland ligt. Poort lijkt wat moeilijker,
maar als je zelf eens in het gebied geweest bent en kijkt vanaf
bijvoorbeeld Tolkamer naar het zuiden of vanaf Emmerich naar het
Noorden, dan zie je dat de rivier aan beide kanten geflankeerd
wordt door heuvelgebieden.
Aan de oostzijde van de rivier de Rijn ligt het heuvelgebied dat
loopt van Elten dat ligt op de westpunt tot Kilder dat ligt aan de
oostpunt van dit heuvelmassief. Het gebied draagt de naam
Montferland .
Aan de westzijde allereerst de heuvels van het Reichswald waarop
Kleef ligt, die naar het noorden uitlopen in de heuvels van
Nijmegen.
De rivier gaat hier dus door een opening tussen de twee
heuvelgebieden door, in feit door een soort poort.
Vandaar de naam van dit gebied.
Saalïen-IJstijd.
De heuvelgebieden van Montferland en Reichswald/Nijmegen waren
ongeveer 150.000 jaar geleden ten tijde van de ijstijden met elkaar
verbonden. De streek was toen bedekt met een ongelooflijke dik
ijspak (een soort super-gletsjer) van ruim 200 meter dik. Deze
gletscher reikte vanaf deze streken tot aan Scandinavië. Deze
eerste ijstijd heette toen het zgn. Saalïen. Door de kou was toen
veel meer zeewater bevroren dan nu en de Oostzee en de Noordzee
bestonden toen niet. Daardoor konden de gletsjers door deze zeeën
oprukken naar het zuiden.
Het gehele noordelijk gedeelte van Nederland en een groot deel van
Noord-Duitsland raakte toen onder het ijs van deze gletsjers
bedekt. En zoals iedereen wel weet die eens hoog in de alpen is
geweest nabij een gletsjer, steken vanuit deze gletsjers zgn.
tongen naar voren.
Dat was ook in deze streek het geval. Het huidige IJsseldal werd
toen door een van die tongen bedekt en reikte tot ongeveer
Nijmegen.
Een tweede tong ging toen door het huidige Oude IJssel-gebied naar
het zuiden tot ongeveer Düsseldorf
Het huidige Montferland dat toen uiteraard heel wat groter was
splitste in feite beide ijstongen. De heuvels zijn in feite enorm
opgestuwde hoeveelheden zand en grind die de gletsjers voor zich
uit schoven en opzij duwden. Het is zand en grind dat er ter
plaatse al was. Het kaartje hieronder geeft een indruk hoe de
vermoedelijke situering van de gletsjers destijds was.
situering gletschertongen in Saliën-ijstijd situation glaciers in
Saliën-ice-time
De rivieren de Maas en Rijn voerden toen hun water af door het dal
van de Niers en de Maas ten westen van het Reichswald en het
heuvelgebied van Nijmegen.
De heuvelgebieden van Reichswald en Nijmegen zaten toen vast aan
het huidige Montferland waarvan Elten thans het meest westelijke
gedeelte vormt.
Eemïen-tijdperk
Na deze zeer koude periode werd het wat warmer. Dat gebeurde in het
tijdvak aangeduid met de Naam Eemiën. Dit tijdperk brak aan
ongeveer 130.000 jaar geleden.
Door het smeltende ijs kregen de rivieren enorm veel water te
verwerken en dat moest ergens naar toe. De Rijn werd tenslotte zo
sterk dat ze een doorgang maakt door de opgestuwde massa’s
zand en grind bij Düsseldorf. En ze ging nu het dal van de huidige
Oude IJssel volgen. De Rijn verlegde in feite zijn loop van de
westkant van de heuvels van Nijmegen en het Reichswald naar het
oosten. De rivier liep nu langs de oostkant van het Montferland
richting Doetinchem/Doesburg.
Ze mondde naar het noorden uit in de inmiddels veel hoger geworden
zee, waarvan de kust lag in de buurt van de huidige Noord-Oost
polder.
Weichselïen-tijdperk
Na deze wat kortere warmere periode brak opnieuw een IJstijd aan.
Deze begon ongeveer 120.000 jaar geleden en eindigde rond 10.000
jaar geleden. Deze ijstijd draagt de fraaie benaming
Weichseliën.
Er waren toen al lang geen gletsjers meer in Nederland. De
dichtstbijzijnde waren in Noord-Duitsland in de buurt van het
huidige Hamburg.
In deze periode ging de Rijn weer aan de wandel. Hij ging nu ten
noorden van het huidige Montferland door het westelijke gedeelte
van het IJsseldal vanaf ongeveer Doesburg naar het Westen stromen,
door de huidige Liemers en Betuwe heen. De Rijn die ook nog steeds
met een bocht ten zuiden van deze heuvelgebieden stroomde bleef
maar zand en grind van deze stuwwallen wegschuren (in een
buitenbocht verlegt zoals wellicht bekend de rivier zich steeds
meer naar buiten en maakt in feite de bocht steeds groter). Omdat
ten noorden van deze heuvelgebieden ook de rivier de Rijn met een
enorme bocht stroomde voerde hij uiteraard ook aan de noordkant
veel zand weg.
Al dit zand is nu terug te vinden op onze stranden. Als je de
zandstructuur van de huidige heuvels van Nijmegen en van het
Montferland en de Veluwe vergelijkt met het zand aan de kust zul je
zien dat deze allebei dezelfde fijne structuur bezitten. Een
prachtig voorbeeld van dit fijne zand kun je zien op de kleine
zandvlakten in de buurt van Stokkum, waar dit fijne zand nog steeds
de oppervlakte ligt. Grotere voorbeelden zijn te vinden in het
Kootwijkerzand op de Veluwe.
Tenslotte slaagde de Rijn er in een gat te boren tussen heuvels van
Nijmegen en Elten, en begon ze te stromen op de huidige plaats: de
vlakte tussen de heuvels van Nijmegen/Reichswald en Montferland in.
De Rijn had dus zelf een soort poort gemaakt. De Gelderse
Poort.
Het Weichseliën-tijdperk The Weichseliën time
En zoals een goede rivier betaamd ging ze zich in allerlei
vertakkingen splitsen die later weer bij elkaar kwamen. Dit noemt
men vlechten en op deze wijze vormde de rivier de Rijn
langzamerhand een zeer brede stroomvlakte van wel 20 kilometer
breed. (de laagvlakte tussen Nijmegen en Elten en de huidige
Betuwe). Ze kon hier vrijelijk doorheen stromen en nam daarbij de
kans waar steeds haar stroombeddingen te verleggen. Deze vlakte
stond bij hoogwater uiteraard geheel onder water zodat daar de
rivier bij hoog water wel 20 kilometer breed kon worden. (een soort
Amazone in Nederland dus)… Na deze periode was er een
periode van een schrale tijd met veel wind. Het landschap was
vrijwel geheel kaal. Door de wind ging het zand vanuit de rivieren
stuiven en vormde wallen die steeds hoger werden. Een soort duinen
werden dus gevormd; rivierduinen noemen we ze. Deze duinvorming kun
je ook nog nu in de praktijk waarnemen aan de zuidzijde van de Waal
ten noord-westen van Millingen. Restanten van deze oude
rivierduinen vindt je nu bij de huidige plaatsen Zyflich
(Duitsland) en Persingen die op deze hoogten zijn gebouwd. Ook aan
de Oostzijde van de Oude IJssel vindt je deze duinvorming terug, te
beginnen vanaf Terborg de zgn Paasberg en zo verder naar het
noorden langs Doetinchem, Laag- en Hoog-Keppel tot vlak bij Drempt.
Het klimaat werd nu veel milder en de waterafvoer en daarmee ook de
aanvoer van zand en grond van de rivieren verminderde fors. Dit
leidde ertoe dat de rivier zich minder ging vertakken. Immers
vroeger verstopten de enorme hoeveelheden afgevoerd zand en grind
regelmatig de vertakkingen, en dan moest de rivier weer een nieuwe
bedding gaan “graven” Vanaf deze periode omvatte de
rivier meer een soort hoofdstroom met een dieper wordende geul, en
aantal veel kleinere zijtakken. De rivier begon te kronkelen en
ging zich in steeds grotere bochten wringen. Je kunt dit zeer goed
zien bij de huidige rivier de IJssel die wel enorm grote cirkels
ging maken van bijna 360 graden. (thans nog goed te zien ten
noorden van Lathum en Giesbeek en ten noorden en oosten van
Doesburg. Ook de kronkels in de rivier de Waal ten oosten van
Nijmegen zijn in feite een restant van dit meanderen. Zulk een
meanderende rivier vormt nevengeulen en eilanden in de rivier zelf.
Zo zijn het huidige Düffelward, en de zandige verhogingen bij de
Bisonwaai en de rivierduinen ten noorden van Millingen vroeger
eilanden geweest. Ook de huidige gemeente Rijnwaarden is eigenlijk
een eiland, maar dat was meer het gevolg van later menselijk
ingrijpen waarbij op een gegeven moment de rivier zelf de macht
overnam en het huidige Gelders eiland vormde met een stroomgebied
ten oosten en ten westen van deze gemeente. Ook het gebied waarop
thans Schenckenschans ligt in Duitsland (we noemen dit tegenwoordig
Salmorth) is zulk een vroeger eiland, omdat de rivier zowel ten
oosten als ten westen van dit gebied stroomde. Een prachtig
voorbeeld van die zgn. meanderende rivieren kun je zien in de
huidige Rijnstrangen ten oosten van Lobith, Herwen, Aerdt en
Pannerden. Toen in 1707 de loop van de rivier verlegd werd door het
graven van het Pannerdens kanaal hoefde men nadien hier de rivier
niet meer te temmen door het aanleggen van allerlei kribben. In dit
gebied vindt je dan nog ook vele oude beddingen van de rivier de
Rijn terug. De Rijn bleef maar steeds zijn ligging veranderen door
dit bochtenspel. Soms lag hij vlak tegen de heuvels van Nijmegen en
Kleef aan (waar nu de AltRhein ligt) daarna liep hij weer tegen de
heuvels van het Veluwemassief aan bij Oosterbeek, Doorwerth en
verder. Nadat de rivier De Rijn en zijn armen NederRijn, IJssel en
Waal zijn loop zeer vaak had verlegd, kwam uiteindelijk de mens
zich in deze contreien vestigen. Deze vestigde zich in eerste
instantie op de wat hoger gelegen gebieden (zoals bijvoorbeeld de
rivierduinen (Persingen). Langzamerhand werd door deze bewoners de
behoefte gevoelt om het land dat men gebruikte wat langer droog te
houden, en men begon met de dijkbouw. Het uiteindelijk resultaat
zie je thans als je het landschap overziet van de talloze dijken en
dammen. Grappig is dat thans bij het natuurontwikkelings- project
de Gelderse Poort door de mens ingedijkte gebieden weer worden
teruggegeven aan de rivier. Op deze wijze tracht men de
hoogwaterstanden te verlagen en bovendien wordt de oorspronkelijke
natuur langs de rivieren weer hersteld. Zeer fraai voorbeeld
hiervan vormt bijvoorbeeld de Millingerwaard.
De Vlietberg
De Vlietberg is een stilte-eiland in de Gelderse Poort. De
hoofdfunktie wordt hoogwatervluchtplaats voor grote grazers en
andere dieren. Beschutting voor de grazers zal ontstaan door
spontane ontwikkeling van hardhoutooibos en stroomdalgrasland. Om
meer variatie in het gebied te brengen zal her en der wat vergraven
worden zodat een geschikte uitgangssituatie onstaat.
De Stadswaard
De Stadswaard is de uiterwaard die grenst aan de binnenstad
van Nijmegen. Hier kan het rivierengebied dicht bij de stad beleefd
worden
De Oude Waal
De Oude Waal is een zomerpolder met daarin gelegen een
voormalige rivierloop. Het is een van de weinige plekken in ons
land waar laagdynamische riviernatuur van deze omvang
voorkomt.
De cache
Om de cache te kunnen loggen moet je een paar vragen beantwoorden
en de antwoorden aan ons doormailen. Maak ook een foto van jezelf
met je GPS bij het info-bord en plaats deze bij je log.
Vraag 1
Wanneer zal een gedeelte van de Vlietberg afgesloten zijn?
Vraag 2
Wat wordt er gedaan om de Stadswaard avontuurlijker te maken?
Vraag 3
Waardoor wordt bij de Oude Waal meer moeras en natgrasland
gecreëerd?
Englisch
The Stadswaard, the Oude Waal and the
Vlietberg connect directly to the city of Nijmegen. It's Value of
the floodplain is the Entrance of the Gelderse Poort. This is where
most visitors to the Gelderse Poort will enter.
The Gelderse Poort.
The area consist of:
The water-meadows of the river Rijn south from Arnhem until the
German town of Emmerich; The water-meadows of the river Waal from
the branching-point of the rivers Waal and Rijn to the west, until
the town of Nijmegen; The whole Ooypolder, situated east from the
hills of Nijmegen; The south from the Ooypolder situated areas on
German territory, east from the hills from the Reichswald and the
AltRhein, the Duffelt en the peninsula Salmorth; The so-called
Rijnstrangen and the Gelders Eiland, east of the river Rijn from
about the village of Loo to the south until the village of Spijk
with many old side streams of the river Rijn. But now is the
question, why this area got the name of “Gelderse
Poort”. “Gelders” is easy, because the area
itself is situated for a very big part in the province of
Gelderland (and the German area of the Gelderse Poort was long ago
to a part of the old dukedom of Gelre. Poort or in English
“Gate” seems some more difficult to understand. But
when being before once in the area itself and looking from the
village of Tolkamer to the south, or from the town of Emmerich to
the North, you will immediately understand it You see at both sides
of the river big hill-areas. At the eastside of the river Rijn is
located the area of Elten, with the name “Montferland”.
To the Westside you see first the hills of the Reichswald, on top
of it is situated the German town of Kleve; these hills continue to
the north in the hills of Nijmegen.
Saaliën-IJstijd - gletsjertongen reiken tot in Nederland
Saaliën Ice time - glaciers reach to Holland
In fact the river is crossing on this point an open flat area
between two areas of hills, a kind of gate. That is the reason that
the area got the name of "Gelderse Poort", or “gate from
Gelre”.
Saalïen-Ice-time.
The hills of Montferland and those from Reichswald and Nijmegen
were connected to each-other around 150.000 years ago during the
Ice Ages. The area was covered with a very thick ice-layer (a kind
of super-glacier) from around 200 metres thick. This glacier was
reaching from Scandinavia until this area. The name of this Ice Age
was “Salïen”. The frost had the result that much more
sea-water was frozen then in the today time, and the seas of
Northsea and Oostsea did not exists. So the glaciers were able to
reach southwards. The whole northern part of the Netherlands and a
big part of northern Germany was covered under these glaciers. And
when you once have been in the Alps, you have seen that glacier
tongues are pushing the material (earth and rocks) forwards and
side wards. Also in this area you saw this during those times; big
gacier tongues covered the today IJssel Valley and they reached as
far the hills of Nijmegen. A second tongue went through the valley
of today river Oude-IJssel and was reaching until Düsseldorf in
Germany. The hills of what today is well known as Montferland
(those hills were in those times of course much bigger in dimension
then it is today) was splitting the glacier in two different parts.
The hills of Montferland and Nijmegen and too that from the Veluwe
are in fact big pushed up masses of sand and gravel by those
glaciers. It is sand and gravel that is in origin from the same
place where the glaciers pushed up all.
Het Saalïen-Ice-time-tijdperk The
Saalïen-Ice-time
The rivers of Maas and Rijn were in that age transporting their
water through the valley of the river Niers and the today Maas,
west from Reichswald and the hills from Nijmegen. The hills of
Reichswald and Nijmegen were connected to each other with the today
Montferland, with Elten as most western point of the
Montferland.
Eemïen-time
After this icy period it got some warmer. That happened in a period
which is known as Eemiën. This periode started around 130.000 years
ago. Enormous masses of water from the melding ice were transported
by the rivers. The river Rijn got so strong that she made an
opening in the hills that were pushed up by the glaciers near
Düsseldorf, and started to flow now northwards through the valley
of the river Oude IJssel. In fact the river Rijn changed now his
course from the Westside from Nijmegen to the eastside from the
today hills of Montferland alongside the town of Doetinchem. She
flow into the sea, which level was much higher then before; she
ended at the shore that was situated in the neighbourhood from the
today Noord-Oost polder.
Weichselïen-time.
After this period of some warmer climate a new Ice-time started at
around 120.000 years ago and this ended around 10.000 years ago.
This Ice-time is called Weichseliën. There were no glaciers anymore
in the Netherlands. The closest were in Northern Germany in the
area where now Hamburg is situated. In this period the river Rijn
moved again his course. Now he went north from the today hills from
Montferland through the western part of the river IJssel, crossing
the today Liemers and Betuwe. In the bow from the river Rijn south
from the today hills of Nijmegen and Montferland the water grated
away more and more sand from these hills. The same he did at the
southside side from the hills of the Veluwezoom. All this sand is
now found back at our beaches. There are still places in our hills
where you can compare the structure from the sand; near Stokkum and
too at the Kootwijkerzand at the Veluwe. At last the river Rijn was
able to make a opening between the hills of Nijmegen and Elten
(Montferland) and she started to flow at the today area, the plains
between these two hills-areas. In fact the river Rijn created a
kind of gate. The today “Gelderse Poort” or in English
“Gelderse Gate”. And as a strong river is doing, it was
splitting itself on many points, and came later again together. We
call this weaving. And so the river made a very wide stretching
riverbasin from around 20 km. (the today Betuwe). She was free to
crossing through this area. After this a period started with very
strong winds. There were no woods or forest those days. And the
wind blow up the riversand and created walls of sand alongside it,
a kind of dunes. Alongside the river Waal you today can see those
dunes new creating by the river north from the village of
Millingen. On river dunes datinf rom that time were in the past
build the villages of Persingen and Zyflich. Also at the eastside
from the today river of the Oude IJssel you can see these old
dunes. They start near Terborg (Paasberg) and so to the south
alongside Doetinchem, Laag- and Hoog-Keppel unto Drempt. The
climate became much more mild and also the total amount of water
that had to be transported by the rivers and with that the
transport of sand and gravel decreased. The river was not anymore
blocked by enormous amounts of sandbanks and could now create a
kind of main-stream with smaller side-streams. The river started to
meander. You can see that very well north from the Ooypolder and
even better north of the todays village and town of Lathum and
Doesburg where it made a bow from almost 360 degrees. Such a
meandering river is creating to small islands in the river itself.
The today Düffelward, en de sandy hills near Bisonwaai and the
river dunes north of Millingen were in fact such an islands. Also
the today community of Rijnwaarden is in fact an island, but this
was created by the human people itself. The today area on which is
situated the small village of Schenkenschans in Germany is in fact
such a river island. We call it today Salmorth. A good example from
such a meandering rivers you see in the today Rijnstrangen, east
from Lobith, Herwen, Aerdt and Pannerden. When in the year of 1707
the mainstream of the river Rijn was changed by digging the
so-called Pannerdens channel, it was not neccasary anymore to tame
the river by dams. In this area you see many old river beds of the
river Rijn. The river Rijn continued to move his mainstream.
Sometimes it was close to the hills of Nijmegen, sometimes close
the hills of the Veluwe near Oosterbeek, Doorwerth and further
away. At last the human race settled himself in this area. First
they started to live on the higher situated areas as for instance
the riverdunes (Persingen). Later the people wanted to keep the
land that they were using some longer dry, and they started with
building dikes. In the beginning of course smaller types, but they
make these dams soon longer and connected them with each other. The
final result is to be seen at the moment when biking arround over
the dikes that are situated in this area. Funny is in fact that the
nature development project De Gelderse Poort has as intention to
give back to the river itself parts of the land that first were
protect by dams and dikes. So the authorities trie to lower the
high riverpeaks in autumn and spring. And so too new nature is
created alongside the rivers. A beautiful example from it is the
Millingerwaard in the centre from the area.
The Vlietberg
The Vlietberg is a quiet-island in the Gelderse Poort. The
primary function is flood refuge for large herbivores and other
animals. Shelter for herbivores will arise by spontaneous
development of riverine natural grassland and hardwood floodplain
forests. For bringing more variety in the region here and what will
be excavated so that a suitable starting position
arises
The Stadswaard
The Stadswaard is the floodplain adjecent to the city of
Nijmegen. Here the river area can be experienced near the
city
The Oude Waal
The Oude Waal is a summer polder located containing a
former river course. It's one of the few places arround the country
where low river dynamic nature of this magnitude
occurs.
The cache
To log the Cache you have to answer some questions and mail us the
answers. Also take a picture of yourself and your GPS in front of
the informationboard and place it in your log.
Question 1
When will a part of the Vlietberg be closed?
Question 2
What is done to make the Stadswaard more adventurous?
Question 3
How will there be more swamp and wet grassland created at the Oude
Waal?
Additional Hints
(No hints available.)