Skip to content

Delfzijl e.o. 2B1 - Losdorp Multi-cache

This cache has been archived.

Penelope: Je cache is door mij gearchiveerd in verband met het te lang op disabled staan.

Mocht de cache, of onderhoud van de cache, aan je aandacht ontsnapt zijn, en je de cache alsnog weer nieuw leven wilt inblazen, dan graag even een berichtje via email.
Als de cache binnen 3 maanden hersteld of herplaatst is, wil ik de cache wel terughalen uit het archief, mits deze aan de dan geldende voorwaarden voldoet.

More
Hidden : 9/18/2010
Difficulty:
1 out of 5
Terrain:
2 out of 5

Size: Size:   small (small)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Related Web Page

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:


Datum laatste wijziging: 20160628 Datum laatste cache controle: 20160126

Deze cache maakt deel uit van fietsronde Delfzijl e.o. 2. Tijdens deze fietsronde worden diverse dorpen, gehuchten en buurtschappen ten noorden van Delfzijl bezocht. De fietsronde bestaat uit twee rondjes van ruim 16 kilometer per stuk. Beide rondjes sluiten goed op elkaar aan en kunnen probleemloos achter elkaar gefietst worden. Wanneer beide rondes achter elkaar worden gefietst is het aan te raden op de opgegeven parkeerplaats van Delfzijl e.o. 2 of bij restaurant Eemshaven aan de N33 nabij Losdorp te parkeren.

Zowel het Delfzijl e.o. 2A als het Delfzijl e.o. 2B rondje bestaan uit 7 caches en hebben elk een eigen parkeerplaats voor degene die beide rondjes niet in een keer willen fietsen. Daarnaast is er nog een bonus-cache, maar om deze te kunnen vinden moeten alle 14 caches bezocht worden. Verder liggen er nog diverse andere caches in de omgeving voor degenen die nog meer caches wensen te zoeken.

Let op! Alle caches zijn per fiets of lopend te bereiken, maar niet altijd per auto! Houd je s.v.p. aan de verkeersregels en doe de caches alleen bij daglicht. Neem zelf een pen mee en vergeet niet om de bonusaanwijzingen te noteren.



Specifieke cache info:

Dit is de achtste cache van de fietstocht, een drampex. Als je niet weet wat dit is, kijk dan bij de link Related Webpage bovenaan de pagina.

Vanaf het verstrekte coordinaat neem je de meest noordelijke van de wegen en volg je de strip ongeveer één kilometer. Let op, opritten naar huizen, etc. tellen niet mee!

De volgorde waarin je de objecten tegen komt is bepalend. Vind je het object aan de rechterkant van de weg, handel dan als volgt: de eerste is A, de tweede B en derde C. Vind je het object daarentegen aan de linkerkant van de weg, handel dan als volgt: de eerste is X, de tweede Y en de derde Z.

Vul bij de desbetreffende letter het cijfer in dat achter het woord tussen haakjes staat en schrap het van de lijst. Nadat je zes objecten hebt gespot (ABC rechts en XYZ links) voert de drampex verder in de richting van de cache.

De cache ligt dan op: Noord 53' 22.BCA Oost 6' 49.YZX.

De tien objecten die je onderweg tegen kunt komen zijn:
 Plattegrond (0)
 Openbare telefooncel (1)
 Post.nl Brievenbus (2)
 2005 Weemstee 1925 (3)
 WO2 monument (4)
 Mast met schroef in boei (5)
 Dorpswinkel (6)
 Windvaan 1981 (7)
 Waterput (8)
 Halte chemokar (9)









Losdorp:

Losdorp behoort tot de z.g. radiaire Wierdedorpen.
In Losdorp is een stuk van de Westendorpweg en de Fraeilemaweg geprojecteerd op de plek van de oude ossegang. Bij de Fraeilemaweg 21 is achter in de tuin de oude structuur van de ossegang het best bewaard gebleven. De twee weggetjes naar de kerk zijn onderdelen . van de oude radiale structuur. Tegenover de ingang van de kerk door tuin en erf van Frailemawegnr. 15 heeft een kerkepad richting Godlinze gelopen. In een aantal dorpen loopt rond de wierde een tweede rondweg , (b.v. in Spijk) Vanaf de rondweg leiden wegen het open land in.

Van veel invloed voor de ontwikkeling van wierdedorpen is in de12e eeuw de stelselmatig uitgevoerde dijkaanleg geweest. (De dichtstbijzijnde dijk bij Losdorp was de Spijkter(oude)dijk). Ten gevolge hiervan zijn vele kleine dorpswierden in de loop van de volgende eeuwen verlaten.
Soms resteren een paar boerderijen, een kerk (Marsum) of een paar huizen. Op een aantal grote wierden liggen tegenwoordig slechts kleine dorpen, waardoor grote delen van de wierde onbebouwd zijn gebleven. Rond de laatste eeuwwisseling zijn veel van deze onbebouwde delen, ook in Losdorp, voor commerciële doeleinden afgegraven. In 2003 is een gedeelte van de wierde van Losdorp, dat was afgegraven voor commerciële doeleinden, weer opgehoogd. Losdorp ligt zoals de meeste wierdedorpen aan een natuurlijke oude waterloop, het Maar. Ook heeft ze, vanuit het verleden, een bescheiden haven of zwaaihoek, gelegen aan de rand van de wierde. Voor de opkomst van het wegverkeer aan het begin van de 20ste eeuw was dit een belangrijk knooppunt voor verkeer. Per schip werd bijvoorbeeld de afgegraven wierdegrond vervoerd, evenals landbouwproducten en niet te vergeten turf.

Van groot belang voor de geschiedenis van Losdorp en omstreken is het feit dat Karel de Grote (een christelijke keizer) in 775 Friesland binnen viel en in een 2 -tal slagen de Friese koning Radbout versloeg. Friesland werd toen een Frankisch hertogdom. Het was het begin van de kerstening. Heidense tempels, altaren , graven enz werden vernield. Sommige oude tempels werden als Christelijk kerk ingewijd.
Makkelijk ging e.e.a. niet. Dit blijkt wel uit de kronieken waarin regelmatig melding gemaakt wordt van het feit dat aangestelde priesters vermist werden. Ook de eerste kloosters werden doorgaans op gewijde (heidense) grond gebouwd. Zooals Feldwerd onder Holwierde.
In onze streek werd tot de kerstening Wodan (mercurius) , de god van vele herdersvolken eer betoond. Naast Wodan vereerde men o.a. Freya (godin der liefde) , Odin ( krijgsgod) en Meda . Heel lang nog waren restanten van deze godsdienst terug te vinden . Voorbeelden van heidense gebruiken die nog lang in zwang waren zijn : b.v. het houden van rechtspraak aan de noordzijde van de Kerk. Aan de oude tijden herinneren ook nog namen. Zoals de weg komende van de Eems bij Farmsum en gaande naar Opwierde nog lang de naam Radboldiweg gehad heeft .

Rond 807 vielen de Gothen noord Nederland binnen . Na een lange en bloedige strijd werden zij bij de Eems verslagen. (van veel krijgsgevangenen werd het hoofd afgeslagen en in de Eems geworpen) . Zelf hielden de Friezen strooptochten in o.a. Jutland.

De bevolking bestond in die tijd uit 'vrijen' (mensen met een eigen erf) en lijfeigenen. Indien de vrijen uitgebreide landgoederen bezaten waren ze verplicht de 'heer' (de keizer) te volgen bij oorlogen. Omdat oorlogen veelvuldig voorkwamen besloten veel vrijen hun landerijen aan de kerk over te dragen en vervolgens in pacht (of in precarie) terug te nemen. Hiermee ontliepen ze de verplichte krijgsdienst.
In 855 vermaakt, volgens dr. Westendorp, ene Folkerus zijn goederen en landerijen aan het convent (klooster) te Werden (In Duitsland aan de Ruhr) . In de giftbrief komt o.a. de dienstbaarheid van Unno, Ebbe, Hoige en Dudi (Doede) te Lasdorp in Fivelgoo (Losdorp) voor die ook werden geschonken. Vanaf dit moment waren grote delen rond Losdorp van het klooster te Werden. Bovengenoemde mensen waren waarschijnlijk pachters van de grond die vroeger hun eigendom was.

In 1258 werd door abt Eppo onder Termunten een Bernadiner klooster gesticht. De kloosterlingen werden grijze monniken genoemd vanwege de kleur van hun kleding. Enkele jaren later werd in Wittewierum gestart met de bouw van een van de eerste stenen kerken uit onze omgeving . Niet lang daarna (1262) was er een aardbeving waardoor de toren v/d kerk van Wittewierum omviel en men gedeeltelijk opnieuw kon beginnen.
Menko schrijft hierover : Op 28 januari steekt een storm op die huizen doet instorten. De klokkentoren van Wierum wordt, ondanks zijn gewicht, van zijn plaats geblazen. Ook de westzijde van het klooster Bloemhof stort in. Gelijktijdig is er een aardbeving die de altaren in de kerk die niet tegen de muur staan, zichtbaar doet bewegen.


In de dertiende eeuw wordt ook in Losdorp de eerste stenen kerk gebouwd. Wanneer precies is niet bekend. Zo goed als zeker heeft er eerst een houten kerk/kapel gestaan die vermoedelijk gebouwd was op de restanten van een heidense offerplaats.

De Fraeilemaheerd/borg:
In 1578 wordt voor het eerst het bestaan van de Fraylemaheerd genoemd. Het is de periode van Filips II , de 80 jarige oorlog en in 1584 de moord op Willen van Oranje. In deze tijd is er een redgerrecht aan de Fraeilemaheerd verbonden. Degene die dit recht in bezit had was verantwoordelijk voor de rechtspraak en bevoegd diverse soorten functionarissen aan te stellen.
Ook later wordt er gesproken van een borg met rechten. Tussen 1578 en 1798 veranderd dit, de rechten zijn er niet meer en er wordt alleen nog gesproken van een boerenplaats, die uiteindelijk in 1890 opbrandt en met de oude materialen wordt herbouwd.
In de gevel van een boerderij aan de Westendorpwegnr. 4 treffen we nog een ingemetselde steen aan met de gebeeldhouwde alliantie-wapens Schaffer-Entens, restant van die oude borg. Ooit werd de borg bewoond door Berend Schaffer, in 1615 de eerste student van de Groninger Universiteit.

Na de familie Schaffer komt de heerd (1662) in handen van de familie Entens om tenslotte in 1704 verkocht te worden aan Josine Ripperda, (vrouwe van Oosterwijtwerd.) Na Josine Ripperda wordt de borg bewoond door verschillende andere families.
Hieronder volgt een stukje uit de genealogie van de familie Mekkes :
Luitjen Herms, diaken te Hellum, trouwt op 1-6-1696 te Hellum met Greetje Mekkes,
De twee oudste zonen van Luitjen en Greetje: Harm en Mekke vertrokken naar Losdorp. Harm werd daar landbouwer op de Fraielema Heerd. Zoon Mekke Harms, gehuwd met Cornelia Jans Zandt, volgde zijn ouders als eigenaar op de Fraijlemaborg . Mekke ging de achternaam Ter Borgh gebruiken, de aanleiding mag duidelijk zijn.
Leuk is nog te vermelden dat later ene Roelina Hendriks Eles (een nazaat van Karel de Grote) trouwt met Harm Mekkes ter Borg, olieslager, zoon van Mekke Harms ter Borgh (landbouwer op Fraijlemaborg) en Cornelia Jans Zandt. Harm. Uit de geschiedenis van de Fraeilemaborg te Slochteren volgt dat er waarschijnlijk vier verschillende Fraylemaheerden hebben bestaan, te Slochteren, Losdorp, Godlinze en Wittewierum. Ze danken allen hun naam aan dezelfde familie.

In 1775 wordt de kerk in Losdorp ingrijpend verbouwd. Hiervan getuigt nog de steen boven de ingang. Behalve dat de kerk wordt aangepast komen er op dat moment ook de huidige (lodewijk XV) kansel in. (het Lohman orgel is van 1830)

Losdorp zou in het verleden 3 molens gehad hebben.
Aan de noordzijde van de weg naar Holwierde, ten oosten van de tol, werd in 1755 een achtkantige stellingmolen gebouwd, als pelmolen. Jacob Eyssens was er tot zijn dood in 1763 pelmolenaar. Bij een boedelscheiding in 1764 werd de molen toegescheiden aan Frikke Eyssens alsmede een behuizing waar een bakkerij in was gevestigd. In 1779 werd de molen verkocht aan Cornelis Jans Pel en Bauke Cornelis. Blijkbaar hadden ook deze mensen de molen weer verkocht want in 1784 werd vermeld, dat  Ebel Pieters  en co. het geheel van de hand deden. Wie toen de koper was, is niet bekend, maar in 1791 was Walle Pieters Mulder de eigenaar.
De tweede molen was gelegen op de hoek Westendorpweg en de Krommeweg noordzijde. Reeds in 1628 stond daar een molen. De molen komt ook voor op een kaart uit 1686. Volgens een beschrijving uit 1754 stond er een deftige nieuw doorgetimmerde roggemolen van het standerdtype. In 1818 werd de molen door de bliksem getroffen. De molen werd hersteld/vernieuwd , want er is later sprake van een korenmolen. In 1851 werd de molen ook een olieslagerij. De molen brandde in januari 1855 af.
Tenslotte moet er nog een molen hebben gestaan ten oosten van de kerk en aan de noordkant van de Spijkstermaar.  Of dit werkelijk zo is, is niet terug te vinden in het archief.
In het trouwregister van de kerk in Losdorp vinden we nog dat in 1781 Albartus Derks opsiender is bij de molen te Losdorp en in 1789 Jurrijn Jans Dusch, molenaar. Welke molen het hier betreft wordt niet vermeld.

Dr. Nicolaas Westendorp 1773-1836:
Aan de noordzijde van de kerk van Losdorp, tegen de toren aan, treffen we de zerken aan van Dr. N. Westendorp en zijn echtgenote. Nicolaas Westendorp werd geboren in Farmsum, studeerde theologie in Groningen en was achtereenvolgens predikant van Sebaldeburen en Losdorp.
Naast zijn "gewone" predikantswerk was Westendorp ook schoolopziener. De schoolopziener bezocht een paar keer per jaar de scholen in zijn gebied. Hij trachte het onderwijs naar een redelijk niveau te tillen. Geen eenvoudige opdracht.
Bekendheid verwierf Westendorp door zijn publicaties op geschiedkundig en oudheidkundig gebied. Bekroond met goud werd zijn antwoord op de prijsvraag van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen: Verhandeling ter beantwoording der vraag: welke volken hebben de hunebedden gesticht? In welke tijden kan men veronderstellen, dat zij deze oorden hebben bewoond?. In 1832 schreef hij: Bijzonderheden uit de geschiedenis der hervorming in de provincie Groningen tussen 1545 en 1580. Westendorps wetenschappelijke activiteiten werden door velen hoog geschat.
Een benoeming tot hoogleraar in Leiden zou hij hebben afgeslagen, omdat de vrouwen van de hoogleraren daar geen oorijzer droegen. Een andere overlevering vertelt, dat tijdens de begrafenis van zijn echtgenote bij het luiden van de kerkklok de klepel zou zijn losgeraakt. De klepel trof één der begrafenisgangers, maar gelukkig zonder rampzalige gevolgen.

De geschiedenis van dr Westendorp en de gemeente Holwierde spelen zich gedeeltelijk af in de tijd van Napoleon, en het koninkrijk Holland. Napoleon heeft een grote invloed gehad op het bestuur en de inrichting van ons land. Het ontstaan van de gemeente Holwierde is hier een voorbeeld van.

Gemeente Holwierde 1808-1811: In de tijd van het Koninkrijk Holland had koning Lodewijk Napoleon een reglement ingevoerd  voor het bestuur van de plattelandsgemeenten in de provincie Groningen.
Er was hierbij een gemeentelijke indeling gemaakt waarbij de dorpen Bierum, Spijk, Holwierde, Godlinze en Losdorp onder de gemeente Holwierde kwamen te vallen. Van het archief van de gemeente Holwierde is slechts één zogenaamd brievenboek bewaard gebleven, waarin de verzonden brieven van het gemeentebestuur staan afgeschreven. In de eerste brief, gericht aan de heer Landdrost van het departement Groningen en gedateerd op 19 november 1808, laat men weten dat er in Holwierde geen geschikt vergaderlokaal voorhanden was en men daarom is uitgeweken naar Bierum alwaar voor 50 gulden per jaar een huis met 4 kamers kon worden gehuurd.
In een brief van 26 november laat men diezelfde landdrost weten wat het zoal kost om een gemeente te besturen. Behalve de al eerder genoemde 50 gulden voor de huur van een gemeentehuis moet er een tafel worden aangeschaft voor 30 gulden, een lessenaar voor 20 gulden, een kast kost 40 gulden en 8 stoelen kosten 56 gulden. Verder moet er o.a. inkt worden gekocht en “zandkoper”. Ook een hamer en een schel moeten er komen. Vuur en licht staan voor 50 gulden op de begroting en “schrijfbehoeftens, brieveporten en prothocollen” voor 100 gulden. De totale begroting bedraagt 464 gulden en waar ze dat vandaan moeten halen is nog even de vraag.
De brief aan “Mijn Heer de Land Drost” eindigt dan ook met het uitspreken van de hoop ”hiermede voldaan te hebben aan de intentie van UHEGestr. (UHoogEdelGestrenge) en gaarne wenschende dat UHEGestr. ons een middel tot verkrijging dezer penningen aanwees”. Het brievenboek, het enige overgebleven archiefstuk van de gemeente Holwierde, werd onlangs van de zolder van de bibliotheek van Spijk overgebracht naar het gemeentehuis in Delfzijl.

bron: Wikipedia.

Additional Hints (No hints available.)