Tot 1 september 2011 was deze cache onderdeel van de BIL-serie. Op 1 september is deze
serie gearchiveerd, enkele caches zijn blijven bestaan waaronder
deze. Een eventuele code op de logrol kan dus genegeerd
worden.
Roelof van Echten (1592
– 1643), heer van
Echten en Echtens Hoogeveen, werd jarenlang gehouden voor de stichter
van de plaats Hoogeveen. Inmiddels is gebleken dat hij deze plaats
niet heeft gesticht. Als we bij het stichten van een plaats ervan
uitgaan dat de stichter door een bewuste daad die plaats heeft doen
ontstaan, komt hij helemaal niet in aanmerking, maar is de plaats
gesticht door Johan van der Meer en Pieter Joostens Warmont, in
1636.
Roelof van
Echten woonde in Huize Echten, dat op ongeveer 5 kilometer van de
huidige stad Hoogeveen ligt. In 1625 ruilde hij een gebied van
hooguit 2000 morgen veengebied, met als tegenprestatie diverse
rechten voor de tegenpartij. Het gebied bleek van de Heer van
Ruinen te zijn, wat direct al voor problemen zorgde. Vervolgens
kocht Roelof wel de ondergrond, maar liet daarover de stok niet
leggen. Stoklegging was een oud Drents gebruik. De verkoper legde
de stok neer, de koper nam deze op, en pas daarna was onroerend
goed geleverd. Omdat Roelof dit verzuimde, was hij feitelijk geen
eigenaar van het gebied. De stoklegging vond pas plaats in 1664!
Roelof kocht de helft van de zogenaamde Meppense Venen, maar ook al
weer van de verkeerde. Later bleek hij ook daar nooit eigenaar van
geweest te zijn. Hoe dan ook, toen hij met zakenpartners op 12
maart 1631 de Compagnie van de 5000 Morgen stichtte, droeg hij 4000
morgen veen en ondergrond – die hij aantoonbaar niet had
– over aan deze Compagnie.
Investeerders
uit Holland kochten zich in. Een deel van hen stapte in december
1631 al weer uit de Compagnie. Formeel gebruikten de heren discrete
taal, op de achtergrond maakten ze Roelof uit voor een dief, die
verkocht wat hij niet had, en niet aan kon geven wat hij wel had.
Een deel van de Hollanders bleef in de Compagnie, maar wel zo dat
ze de invloed van Roelof van Echten zo veel mogelijk
neutraliseerden. Deze mensen stichtten Hoogeveen, een turfmarkt in
Zwartsluis, zorgden ervoor dat de Hoogeveensche Vaart klaar kwam,
gaven de bevolking van het gebied boekweitenakkers, bouwland en de
mogelijkheid om te handelen, en gingen er zo snel mogelijk toe over
om in Hoogeveen de turfgraverij op te starten.
Tussen Roelof en
de Hollanders is het nooit meer goed gekomen. Hij mocht zelfs niet
meer met zijn wagen over de brug Echtens-Hoogeveen binnen komen.
Roelof richtte zich op andere zaken. Hij was al aanwezig geweest
bij de Synode van Dordrecht, om de Drentse afgevaardigden te
controleren, was gedeputeerde, werd drost van Drenthe en kapitein
van een compagnie soldaten. De Hollanders deden alles om hem
juridisch aan te pakken, maar kregen de kans niet. In Drenthe was
Roelof als drost het hoogste gezag, dus kon hij daar niet meer
berecht worden. Drenthe was geen deel van de Republiek der Zeven
Verenigde Nederlanden, zodat de diverse algemene wetgevingen van de
Republiek hier niet golden. In 1643 trachtten zijn zwagers, de
Bentincks, voor het Drentse gerecht zijn positie duidelijk te
maken. Ze gaven aan dat hij de onafhankelijke rechtspleging
blokkeerde, Hoogeveen tiranniseerde, wettelijke regelingen
negeerde, ten onrechte turf weg liet halen en de mensen aldaar
onder druk zette.
Roelof van
Echten stierf in 1643. Dat voorkwam een formele afgang. De
stadhouder wilde zijn compagnie soldaten elders plaatsen, waardoor
Roelof buiten Drenthe zou moeten verblijven. Het gevolg zou zijn
dat hij ook buiten Drenthe voor het gerecht gedaagd zou kunnen
worden, met alle gevolgen van dien. Deze aanstaande overplaatsing
was waarschijnlijk het gevolg van de lobby van de Hollandse
participanten. Constantijn Huygens, secretaris van de stadhouder,
was namelijk getrouwd met een zuster van een van die participanten.
Zijn zoon Johan deed zijn uiterste best om alle problemen,
geschapen tijdens het leven van zijn vader, op orde te brengen. Dat
is hem gelukt, maar het kostte de familie van Echten zoveel
kapitaal, dat bij de dood van Johan de familie Van Echten
uitverkoop moest houden om het financieel te overleven.
De discussie
over Roelof van Echten kreeg een bijzondere wending toen een brief
van hem werd gevonden. Daarin bevestigde hij dat hij geen 5000 maar
hooguit 2000 morgen veen had verworven in 1625, en bevestigde het
ruilcontract. In die brief, van 12 januari 1632, wordt ook
aangegeven dat de Hoogeveensche Vaart er toen nog niet was, dat er
geen turf werd gegraven in Hoogeveen, kortom, dat er helemaal nog
geen plaats Hoogeveen was. De Compagnie was nog helemaal niet
actief geworden! Het idee dat hij de plaats in 1625 had gesticht,
was toen helemaal van de baan. Ten onrechte wordt hij ook gezien
als de stichter van een fonds voor kerk, school en armen te
Hoogeveen. Dat werd gesticht door alle oprichters van de Compagnie
van de 5000 Morgen, en niet door Roelof alleen. Vervolgens weigerde
Roelof daar verder nog energie in te steken. De feitelijke vorming
van dat fonds is het werk van zijn zoon Johan geweest.
bron: Wikipedia
De
cache
De cache ligt bij de Roelof van Echtensluis die in 2007
gerestaureerd is. Parkeren kan op de coördinaten bovenaan de
pagina. Dit is de parkeerplaats van de kinderboerderij.
Loop naar WP1: N 52° 42.976 E 006° 26.523
Je kunt hier 2 jaartallen vinden onder het Cornelis Flokstrapad.
Tel alle cijfers van de beide jaartallen bij elkaar op. Vervolgens
stapeltellen. Uitkomst geeft A.
Loop naar WP2: N 52° 42.923 E 006° 26.340
Je kunt hier een telefoonnummer vinden. Hoe vaak komt de 5 voor in
het telefoonnummer? Dit is B.
Loop naar WP3: N 52° 42.882 E 006° 26.222
In de afbeelding hieronder is een woord weggepoetst. Hoeveel a's
zitten er in het weggepoetste woord. Dit is C.
Loop naar WP4: N 52° 42.891 E 006° 26.263
In de sluisdeuren is een jaartal te lezen. De 4 cijfers van dit
jaartal stapeltellen. De uitkomst geeft D.
De cache is te vinden op:
N 52° 42.D(B-2)3 E 006°
26.(C-1)A8