Junker Ju 88G-1
In de nacht van 17 op 18 december 1944 waren de Duitse industriesteden Ulm, München en Duisburg het doel van Britse bomaanvallen. De eerste aanval van de nacht, met 317 Lancasters, gold Ulm. Doordat de Britten goed gebruik maakten van een Window-scherm (storen met aluminiumstrips), zonden de Duitse gevechtsleiders de nachtjagers naar een verkeerde positie.
Later die avond zond Bomber Command 293 vliegtuigen naar München. Nu werd deze aanval te laat ontdekt door de Duitsers, zodat deze formaties op de heen- en terugvlucht nauwelijks werden aangevallen.
Op het tijdstip dat zowel de Ulm- als de München-formaties weer terug waren in het Verenigd Koninkrijk, zond Bomber Command 523 vliegtuigen naar Duisburg. Nu waren er echter in de vroege ochtend van 18 december weinig nachtjagers beschikbaar, doordat een deel inmiddels was ingezet om met grondaanvallen het Ardennenoffensief te ondersteunen. Daardoor werd de stad nauwelijks verdedigd en werd ze zwaar getroffen.
Om de crisis het hoofd te bieden, commandeerde de Luftwaffe zelfs de experimentele nachtjagers van 3./NJGr. 10 naar de stad. Naast Heinkel’s He 219’s en ook enkele Junkers Ju 88’s vloog deze eenheid ook met het experimentele toestel Focke Wulf Ta 154. Een van de Junkers, de Ju 88G-1 (wnr. 714369,1L+VL) van de derde Staffel van NJGr. 10, was gestart van Fliegerhorst Gütersloh.
Door nog niet opgehelderde omstandigheden stortte deze nachtjager neer bij Geijsteren, in het bos op 500 meter ten noorden van de Willibrorduskapel. Mogelijk was dit door tegenvuur van een aangevallen Halifax.
Een veelgebruikte nachtjager, de Junkers Ju 88 G-1.
Hier voorzien van Lichtenstein SN-2 radarantennes.
De bemanning bestond uit:
*** piloot Oberfeldwebel Helmuth Ferber
*** boordschutter Feldwebel Willy Wischnewski
*** radio-radaroperator Unteroffizier Willi Zimmermann
*** boordwerktuigkundige Feldwebel Wilhelm Kölertz
Zij kwamen bij het ongeval allemaal om het leven en werden in een veldgraf begraven.
Daar de plaats van het ongeval in bevrijd gebied lag, bleef het lot van de bemanning voor de Duitse autoriteiten verborgen en werden deze tot 1981 als vermist geregistreerd.
De mededeling van Willemsen, de Venrayse medewerker van het gemeentearchief, dat hij in het bezit was van het Soldbuch van Willi Zimmermann, maakte ook voor de Deutsche Kriegsgräber-fürsorge duidelijk dat deze bemanning was omgekomen. Nachtjagdgruppe 10 was een gespecialiseerde eenheid die nieuwe toestellen, nieuwe radarapparatuur en nieuwe tactieken onder operationele condities diende te testen.
Naast Ju 88’ers had de derde Staffel ook He 219’s en in een later stadium ook de houten Focke Wulf Ta 154 Mücke in haar sterkte. Doorgaans werden de experimentele vluchten vanaf Fliegerhorst Finsterwalde gevlogen
Bron: Vliegtuigcrashes en noodlandingen 1940-1945 Gemeente Venray (Auteur: Ruud Wildekamp)
"Lest we forget" '1940 -1945' "Opdat wij niet vergeten"
Geplaatst met toestemming van de Gemeente Venray en medewerking van de Werkgroep Vliegtuigcrashes en Noodlandingen WO II Gemeente Venray.
|