Een cache geplaatst bij deze bijzonder brug,
De ijzeren OPHAALBRUG, gedateerd 1910, ligt over het Oostervallaat in de Zuider Ee. Het vallaat, dat in 1862 geheel is vernieuwd, is reeds beschermd monument (nr. 13172). De vallaatmeesterswoning uit 1915 is in 1976 vervangen door een bungalow. De vernieuwing van de brug in 1910 valt samen met de ontwikkeling van het gebied rondom het voormalige station (1901) van de Noord Friesche Lokaal Spoorwegmaatschappij. De Stationsbuurt ligt juist ten noorden van het vallaat op het grondgebied van de toenmalige gemeente Oost-Dongeradeel. De weg erover vormde de verbinding tussen twee hoofdwegen binnen de gemeente, namelijk de weg naar Metslawier en de weg naar Oostrum/Ee. Omschrijving De val van de brug bestaat uit hout op ijzeren liggers met I-profiel. Het brugdek kan worden bewogen door een draailierconstructie met rechte heugelstang aan één van de staanders van de hameipoort. Aan de broekbalk zit nog het oog van de ophaalketting. De staanders van de hameipoort bestaan uit geklonken ijzer, gemerkt HOMECOURT 12 en GUTE HOFFNUNGSHUTTE No 18. De poort is met dubbele langsschoren in de grond verankerd. Aan de voor- en achterzijde van de opengewerkte en getoogde hameipoort is een gietijzeren rolwerkcartouche met het jaartal 1910. Op het balanspunt staat een pyloon met verstaging naar de sprieten en de broekbalken. De bovenbouw bestaat uit I-profiel balken gemerkt HOESCH NP 20 en zijn aan de balans gebout. De sprieten zijn onderling verbonden door dwarsbalken en diagonaalstaven. De sprieten en het brugdek zijn verbonden door kettingen. Waardering De ijzeren ophaalbrug, gedateerd 1910, is van algemene cultuurhistorische waarde: - als karakteristiek voorbeeld van een ijzeren ophaalbrug, in het bijzonder vanwege de typologische ontwikkeling waarbij de oude vormgeving is uitgevoerd in een modern materiaal, - vanwege de functionele en visuele relatie met de reeds beschermde Oostervallaat, - in relatie tot de ruimtelijke ontwikkeling van de huidige Stationsbuurt. (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Der eiserne Zugbrücke aus dem Jahr 1910 liegt über dem Oostervallaat in der Zuider Ee. Das 1862 vollständig renovierte Vallaat steht bereits unter Denkmalschutz (Nr. 13172). Die Residenz des Vallaatmeisters von 1915 wurde 1976 durch einen Bungalow ersetzt. Die Renovierung der Brücke im Jahr 1910 fällt mit der Entwicklung des Gebiets um den ehemaligen Bahnhof (1901) der Nordfriesischen Lokalbahn zusammen. Die Stationsbuurt liegt nördlich des Tals auf dem Gebiet der ehemaligen Gemeinde East Dongeradeel. Die Straße darüber bildete die Verbindung zwischen zwei Hauptstraßen innerhalb der Gemeinde, nämlich der Straße nach Metslawier und der Straße nach Oostrum / Ee. Beschreibung Der Sturz der Brücke besteht aus Holz auf Eisenbalken mit einem I-Profil. Das Brückendeck kann durch eine Scharnierwindenkonstruktion mit einer geraden Zahnstange an einem der Pfosten des Hamei-Tors bewegt werden. Das Auge der Sammelkette befindet sich noch auf der Hosenstange. Die Pfosten des Hamei-Tors bestehen aus genietetem Eisen, gekennzeichnet mit HOMECOURT 12 und GUTE HOFFNUNGSHUTTE Nr. 18. Das Tor ist mit doppelten Längsstreben im Boden verankert. An der Vorder- und Rückseite des durchbrochenen und gewölbten Hamei-Tors befindet sich eine gusseiserne Rollwagenkartusche aus dem Jahr 1910. Am Gleichgewichtspunkt befindet sich ein Pylon mit einer Verlängerung zu den Schaufeln und den Fachwerkträgern. Der Aufbau besteht aus mit HOESCH NP 20 gekennzeichneten I-Profilträgern und ist mit der Waage verschraubt. Die Schaufeln sind durch Querstangen und Diagonalstangen miteinander verbunden. Die Blätter und das Brückendeck sind durch Ketten verbunden. Bewertung Die Eisenbrücke/Zugbrucke aus dem Jahr 1910 ist von allgemeinem kulturhistorischem Wert: - als charakteristisches Beispiel für eine Eisenbrücke/Zugbrucke, insbesondere wegen der typologischen Entwicklung, in der das alte Design in ein modernes Material umgesetzt wurde, - wegen des funktionalen und visuellen Zusammenhangs mit dem Oostervallaat, bereits geschützt, in Bezug auf die räumliche Entwicklung des aktuellen Stationsbuurt.
(Quelle: National Cultural Heritage Agency)