Bij de aanleg van het Reevediep is er in de Onderdijkse Waard zachthoutooibos verdwenen. Ooibos is een op natuurlijke wijze ontstaan bos langs rivieren. Ooi is een oud woord voor nat terrein nabij een rivier.

Om het verlies van dit bos te compenseren wordt er tussen de nieuw aan te leggen nevengeul en de IJssel zo’n 3 hectare nieuw zachthoutooibos tot ontwikkeling gebracht. Dit bos bestaat uit wilgen en populieren. Beide soorten kunnen overleven op oevers die tijdens het groeiseizoen geregeld overstromen. Op deze plek langs de IJssel kunnen de bomen wel zo’n 150 dagen per jaar in het water staan.

In het nieuwe gebied kunnen straks weer met name wilgen gemakkelijk uitzaaien, terwijl ook vegetatieve vermeerdering door middel van worteluitlopers en afgebroken takken een belangrijke manier van voortplanting is. In het ooibos dat zich zal ontwikkelen staan laag op de oever de kiemplanten dicht bijeen, daarachter zal een tot zo’n vier meter hoog opgaand struweel van wilgen en populieren ontstaan

(c) ruimte voor de rivier-ijsseldelta

Vispassage
Voor sterke zwemmers onder de vissen is de tocht van de IJssel naar het Reevediep geen onoverkomelijke hindernis,
voor minder goede zwemmers kan dat een hachelijke onderneming zijn. Het gaat om soorten als stekelbaars, rivierprik en glasaaltjes. Om deze vissen een kans te geven, is er bij de recreatiesluis in de Onderdijkse Waard een speciale passage aangelegd.

De vissen kunnen via deze oversteek zowel met de stroom mee als tegen de stroom in zwemmen. Een vispassage is een open verbinding met schotten. Door de schotten wordt de stroming gestremd waardoor het voor vissen makkelijker is van de ene naar de andere kant te komen. De vispassage moet voorkomen dat vissen in de kolk van de sluis terechtkomen. Ook kunnen zaden van bomen, planten en bloemen zich door de passage verplaatsen waardoor deze zich kunnen afzetten aan de oevers van het Reevediep.

Het Reevediep krijgt twee van dergelijke passages: bij de Onderdijkse Waard en bij de Reevesluis aan het Vossemeer.
De passage bij de Onderdijkse Waard is klaar, maar wordt
pas in 2022 in gebruik genomen wanneer de huidige IJsseldijk verdwijnt.
(c) Stentor / Next Archtect

Open zandige oevers voor de rivierrombout
De rivierrombout is een tamelijk zeldzame libellensoort die voorkomt langs rivieren en grote beken, vooral op plaatsen waar zand of slib is afgezet. Hij wordt zo’n 5 cm lang en is opvallend groen-zwart van kleur. Sinds 1902 was de rivierrombout verdwenen uit Nederland. In 1996 werd hij voor eerst weer waargenomen bij Nijmegen en is sindsdien aan een opmars bezig langs de rivieren in ons land.

Ook in de Onderdijkse Waard is de soort aangetroffen langs de stranden van de IJssel en langs het noordelijke strand van de zuidelijke zandwinplas. De beide zandwinplassen in de Onderdijkse Waard zullen “plaatsmaken” voor een nevengeul, die parallel aan de IJssel wordt aangelegd.

Langs deze nevengeul ontstaan nu meer nieuwe strandjes waardoor er meer nieuw leefgebied voor de rivierrombout ontstaat.
(c) vlinderstichting