Het diagram is opgedeeld in DIK omrande figuren van 1 tot en met 5 vakjes.
In de vakjes moeten cijfers worden geplaatst.
Is het een figuur van 3 vakjes dan moeten daar de cijfers 1,2 en 3 in.
Is het een figuur van 5 vakjes dan moeten daar dus de cijfers 1,2,3,4 en 5 in.
Een aantal cijfers zijn al gegeven.
De rest moet zo ingevuld worden dat in de aangrenzende vakjes ( zowel horizontaal, verticaal als diagonaal )
niet hetzelfde cijfer wordt geplaatst
N 52 5(A*B).E(C*A)(D+D) E 006 5(B+E).(E-B)(E+B)(B-A)