Skip to content

Delfzijl e.o. 4.20 - Rondje Daam [extraatje] Mystery Cache

This cache has been archived.

-Tjiftjaf-: Uw cache is door mij gearchiveerd in verband met het gebrek aan onderhoud (en reactie op de pagina).

Mocht de cache, of onderhoud aan de cache, aan uw aandacht zijn ontsnapt en u de cache alsnog weer nieuw leven wilt inblazen, dan graag even een berichtje via mijn profiel.
Als de cache binnen afzienbare tijd hersteld of herplaatst is, wil ik nog overwegen om de cache terug te halen uit het archief, mits deze aan de dan geldende voorwaarden voldoet.

Graag (restanten van) de cache uit het milieu verwijderen.

Met vriendelijke groet,
-Tjiftjaf-
Groundspeak Volunteer Geocache Reviewer

More
Hidden : 5/5/2012
Difficulty:
1.5 out of 5
Terrain:
1.5 out of 5

Size: Size:   micro (micro)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:


Datum laatste wijziging: 20120501

Datum laatste controle: 20130603


Deze cache maakt deel uit van het rondje Delfzijl e.o. 4. Een fietsronde van 30 km door de gemeenten Delfzijl en Appingedam.

Let op! Alle caches zijn per fiets of lopend te bereiken, maar niet altijd met de auto! Houd je s.v.p aan de verkeersregels, parkeer niet op prive-terrein en doe de caches alleen bij daglicht. Neem een pen mee en vergeet niet de bonusaanwijzingen te noteren.

Specifieke cache info:

Cache ligt niet op bovenstaande coordinaat.
Dit is de laatste cache van de fietstocht op weg naar de parkeerplaats.
Deze cache bevat geen bonusgetal.


boerderij Fivelzigt

Aanvullende info:

Dit is een extraatje om je terug naar het beginpunt te gidsen.
Fivelzigt is de naam van een wijk in Delfzijl. De wijk is gelegen in Delfzijl-West en ligt tussen het Damsterdiep en de spoorlijn in. De wijk is genoemd naar de voormalige rivier de Fivel die in de nabijheid heeft gelopen.
De wijk is aangelegd in de jaren zeventig. Daarna is de wijk in de jaren '90 nog uitgebreid. Fivelzigt bestaat voornamelijk uit koopwoningen. In de wijk ligt ook de steenfabriek Fivelmonde. De wijk bestaat uit twee buurten, de Ambachtenbuurt en de Landbouwgrondenbuurt. De Ambachtenbuurt ligt ten zuiden van de dwars door de wijk lopende "Weg naar den Dam". Ten noorden ligt de Landbouwgrondenbuurt. De Ambachtenbuurt grenst aan het Dethmerseiland.

De boerderij Fivelzigt: In de wijk ligt verder nog de historische boerderij Fivelzigt. In de volksmond ook wel de boerderij "Bruining - Van de Berg" genoemd. Deze boerderij wordt momenteel gerestaureerd een krijgt een recreatieve bestemming.


Boerderij Ede Staal (tuikwerd)


Hoe de Appingedammer in de hemel kwam.
Een sage over wie wel en wie niet in de hemel mag komen.
Petrus zat op zijn gemak op een wolk voor de hemelpoort, want hij had eventjes niks te doen. Hij had anders een hele drukke week achter de rug, en hij maakte zich zorgen. Alle plaatsen in de hemel waren bezet, en hij wist niet meer waar hij nieuwe kandidaten nog zou moeten herbergen.
Op de voorste rij lag languit een luie Delfzijler. De gouden ketting bungelde op zijn dikke buik, en zijn gezicht stond zo braaf alsof hij een lelieblanke ziel had. Toch had hij zijn leven lang gestrande schepen geplunderd. Hij was om het zo eens te zeggen, de Delfzijlste van alle Delfzijlers. Als er ergens iets te gappen viel, had hij het hardste van allemaal gelopen. Wat hij Petrus had voorgelogen om binnengelaten te worden, heeft nooit iemand geweten, maar zeker is dat hij met zijn mooie verhaal een zetel verdiende vlak bij de poort. Het kon hem niets schelen dat hij daardoor een plaats van een goed mens bezet hield. Hij luisterde de hele dag naar het engelenkoor, en had een goed zicht op de nieuwkomers, dus hij hoefde zich nooit te vervelen. Petrus zat te knikkebollen op zijn eenzame post. Eindelijk kwam hij weer eens toe aan zijn middagdutje. Op de hele lange weg die van de aarde naar de hemel leidt, was geen mens te bekennen. Hij sliep en sliep, hoeveel uren wist hij nauwelijks, toen hij met een schok ontwaakte. Voor hem stond iemand die popelde om binnengelaten te worden.
"Hé!" zei Petrus droomdronken, "waar kom jij zo gauw vandaan?"
"Ik ben heel moe van de wandeling. Wilt u me snel doorlaten, Petrus?!"
"Wacht even, dat gaat zo maar niet! Waar ben je geboren?"
"In Appingedam."
"En heb je altijd braaf opgepast?"
"Anders zou ik niet voor u durven verschijnen."
"Zo! Je maakt zeker aanspraak op een goede plaats?"
"Ik heb op aarde altijd mijn plicht vervuld."
"Tja man, het is vervelend voor je, maar ik kan je tot mijn grote spijt niet toelaten. De hemel is vol. Misschien is ergens achteraan nog wel een klein staanplaatsje, maar dat wil ik liever reserveren voor de echte noodgevallen, zoals de halve en hele heiligen. Zo iemand lijk jij me ook weer niet. Er zit niks anders op dan om te draaien."
"Ja, hoort u eens, ik heb mijn hele leven hard gewerkt om in de hemel te komen. Ik heb een moeilijk aards bestaan achter de rug, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat heb ik moeten zwoegen en ploeteren, en het enige wat me op de been hield, was mijn hoop op een leven in het hiernamaals. En nu wilt u mij bij uw poort tegenhouden?"
"Het spijt me verschrikkelijk, beste man uit Appingedam, maar ik kan er ook niets aan veranderen. Vol is vol! Voor mijn part mag je zelf even om de hoek kijken, en dan zul je zien dat het hier tot de nok toe vol zit, er kan geen ziel meer bij! Ik kan toch moeilijk iemand van zijn stoel afgooien, zeg nou zelf!"
Petrus opende de poort op een kier, zodat de Appingedammer een blik naar binnen kon werpen. Deze hoorde op de achtergrond zachtjes de engelen zingen, en hij zag hoe een paar zaligen mee klapten in het ritme. De ogen van alle aanwezigen schitterden van geluk. Op geen enkel gezicht was een rimpeltje van zorg of van pijn gegrift. De Appingedammer zuchtte van verlangen; hij voelde hoe het hemels geluk al het aardse overtreft. Petrus maakte aanstalten de deur weer te sluiten. "Nog even!" smeekte de Appingedammer. "Het is zo mooi!" Petrus gromde. "Goed dan, maar niet te lang meer. Ik heb niet eeuwig de tijd!"
De arme drommel die de toegang was geweigerd, wilde in elk geval nog even kijken of hij nog bekenden zag. Tot zijn stomme verbazing en verontwaardiging merkte hij dat er verschillende van die rasechte Delfzijler strandjutters een plaats hadden gekregen. Hij wendde zich tot Petrus.
"Dat is ook een mooie boel - de hemel zit vol met Delfzijler strandjutters!"
"Strandjutters?" vroeg Petrus ongerust. "Hoe kom je daar nou bij, man? 't Zijn allemaal beste brave mensen hoor, hier in de hemel."
De Appingedammer schudde het hoofd. "Zie je die vent daar, helemaal vooraan, met zijn gouden ketting op zijn buik?"
"Ja," fluisterde Petrus.
"Dat is de ergste van allemaal."
"Wat zeg je me daar? Daar hoor ik van op. Dat zul je dan toch eens waar moeten maken."
"En als ik het kan bewijzen, beloof je me dan een plaatsje in de hemel?"
"Natuurlijk - je kunt dan gaan zitten waar nu de Delfzijler zit."
Toen zette de man uit Appingedam zijn handen tegen zijn mond, en hij riep: "Schip op 't strand! Schip op 't strand! Schip op 't strand!"
Nauwelijks had hij dit gezegd, of al wie er in Delfzijl geboren was, stormde naar de poort om te zien of er geen rijke lading te gappen viel. Petrus stond er onthutst naar te kijken, maar de Appingedammer was al naar binnen gelopen en hij ging zitten op de stoel die de ergste strandjutter zojuist had verlaten.
En zo komt het dat de Delfzijlers niet meer in de hemel worden toegelaten, omdat Petrus er niet eentje meer vertrouwt, en dat de Appingedammers bij Petrus een streepje voor hebben.

Additional Hints (No hints available.)