Skip to content

Quade Saterdach EarthCache

Hidden : 11/10/2011
Difficulty:
2 out of 5
Terrain:
1.5 out of 5

Size: Size:   other (other)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:


For non Dutch speakers: please contact us for help if you want to log this earthcache!

Het laatste deel van het Pleistoceen en het Holoceen hebben het huidige landschap  van Beveland bepaald. Gedurende de ijstijden in het Pleistoceen werd door de wind dekzand uit de toen drooggevallen Noordzee over dit deel van Zeeland neergelegd van wel tien tot vijftien meter dikte.
Vervolgens smolten in het Holoceen (10.000 jaar geleden) de ijskappen waardoor de zeespiegel steeg. Er ontstonden gunstige omstandigheden voor veenvorming, wat de zandgronden bedekte.
In de Romeinse tijd kwamen er steeds meer mensen wonen in Zeeland en het veenlandschap was in de tijd bijna overal aanwezig, met uitzondering van de Schelde die in de zee uitmondde.

Daarna brak een tijd aan van overstromingen. Grote delen van veen spoelden weg en er ontstonden grote zeegaten.

In de Late Middeleeuwen kreeg de Schelde haar nieuwe uitmonding in zee via de Westerschelde. Voor die tijd was dat via de Oosterschelde. Op het oudland van Zuid-Beveland werd een laag klei afgezet van ongeveer een meter dik. In de bodem zijn de resten van de geulen en kreken aanwezig, omdat daar de veenlagen door de schurende werking van het water verdwenen zijn. Ook in het huidige landschap zijn de oude kreken en geulen te zien. Het vreemde is dat deze als ruggen te zien zijn (hoogtes). Dit heeft te maken met een proces dat omkering van het reliëf of reliëfinversie heet.

Reliëfinversie
De kreken vormden vroeger de laagste delen van het landschap. Deze slibden geleidelijk dicht door afzettingen. Dit was vooral zand wat niet veel inklinkt.
Nadat de mensen dijken gingen aanleggen en water aan de bodem onttrokken door het graven van sloten en andere watergangen daalde de grondwaterspiegel. Hierdoor klonken de veenlagen in de ondergrond in. Hierdoor daalde het maaiveld.
Doordat de bodem van de oude kreken veel minder inklonk dan de veengronden kwamen de dichtgeslibde kreken hoger te liggen dan de omgeving, terwijl ze vroeger de laagste delen van het landschap vormden: omkering van het reliëf. We spreken dan ook van kreekruggen, de hoger gelegen delen van het landschap, terwijl de lager gelegen delen poelgronden worden genoemd.

De hoogteverschillen tussen beide zijn nog verder toegenomen doordat de veenlagen in de
poelgebieden voor een groot deel zijn afgegraven voor de winning van turf en zout. Ook is de bovenste kleilaag verwijderd voor de steenbakkerijen, zodat er hier en daar een afgraving van bijna twee meter heeft plaatsgehad.

Grondsoorten Zeeland Grondsoorten kaart Zeeland. Bron: Provincie Zeeland

In de recentere geschiedenis heeft het water nog altijd een grote invloed gespeeld op het landschap. Op bovenstaande locatie komen twee kenmerken in het Zeeuwse landschap samen. Hier staat sinds 5 november 2011 een informatiebord ter nagedachtenis van een van de grote stormvloeden, namelijk de Sint-Felixvloed van 5 november 1530. Op deze dag, kwade zaterdag, overstroomde grote delen van Zeeland en Vlaanderen.
In het gebied ten oosten van Yerseke, lagen 18 dorpen en de stad Reimerswaal. Van Reimerswaal bleef een klein, hoger gelegen deel over, maar de rest, alsmede de dorpen, is verdwenen. Dit gebied wordt nu het Verdronken land van Zuid-Beveland genoemd. Het informatiebord kijkt uit over de plek waar Oud-Rilland lag. Ook in dit dorp werd vroeger veen gewonnen. Het huidige dorp Rilland is naar de oude variant vernoemd. Bij laagwater zijn in de Westerschelde de restanten van het dorp nog  zichtbaar.

Hieronder een impressie van hoe het er rond 1500 moet hebben uit gezien in de omgeving van Oud-Rilland aan de hand van gevonden fundamenten:
Oud-Rilland

Oud-Rilland
Bron: Jerryt Krombeen

Schorren
Daarnaast is er vanaf deze plek een uitzicht op een van de vele schorren die, samen met slikken, Zeeland kenmerken. Schorren en slikken liggen buitendijks. Schorren en slikken ontstaan door het onderlopen van land. Met het water komen klei- en zanddeeltjes mee. Door het steeds weer afzetten van zeeklei ontstaan schorren en slikken.
Het verschil tussen slikken en schorren, is dat een slik een droogvallende plaat in een getijdenwater is. Een slik valt droog met eb en loopt onder met vloed. Een schor staat alleen onder water met zeer hoge tij. Er is dus eerst sprake van een slik, wat na verloop van tijd een schor kan worden. Met slik wordt ook wel de grondsoort bedoeld die op de droogvallende plaat aangetroffen wordt.

Vragen
Om deze earthcache te loggen, stuur je ons een bericht via ons profiel (graag het vinkje aan laten staan van emailadres meesturen) of via het berichtencentrum met daarin de antwoorden op de volgende vragen:

  1. Wat was de grondsoort van dit gebied? (zie informatiebord)
  2. Beschrijf de rol van deze grondsoort in relatie tot de titel van deze earthcache.
  3. Een slik valt droog met eb en loopt onder met vloed en een schor staat alleen onder water met zeer hoge tij. Waaraan kun je zien dat het hier om een schor gaat en niet om een slik? (antwoord is niet: omdat het niet onder water staat)
  4. Maak een unieke foto van een teamlid met gps voor het informatiebord om aan te tonen dat je er geweest bent. Of als je zelf niet op de foto wilt een gps of persoonlijk item. Plaats de foto bij je log. Let er op dat de tekst op het bord niet leesbaar is. Logs zonder foto worden niet geaccepteerd.

Additional Hints (Decrypt)

Decryption Key

A|B|C|D|E|F|G|H|I|J|K|L|M
-------------------------
N|O|P|Q|R|S|T|U|V|W|X|Y|Z

(letter above equals below, and vice versa)