Skip to content

Duinen in Nederland EarthCache

Hidden : 5/19/2010
Difficulty:
1 out of 5
Terrain:
2 out of 5

Size: Size:   other (other)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:


De duinen van Nederland.


De Nederlandse kust wordt gekenmerkt door brede zandstranden met daarachter vaak hoge en brede duinen. Een dergelijk kust met duinen en stranden is niet zo algemeen als veel Nederlanders denken. Van de meer dan 15.000 kilometer Atlantische kust in West-Europa bestaat slechts 3.000 kilometer uit duinen; hiervan ligt zo'n 250 kilometer langs de Nederlandse kust. Het Nederlands duingebied heeft een omvang van ongeveer 40.000 ha oftewel 400 km2. Dit lijkt heel veel, maar in vergelijking met het totale Nederlandse grondgebied beslaat het slechts iets meer dan 1% van het Nederlands grondoppervlak. Het duingebied wordt aan de zeezijde begrensd door stranden en strandvlakten.

Kenmerkend voor duinen is de enorme natuurlijke verscheidenheid. Het duinlandschap bestaat uit heuvels en dalen met droge en natte, zonbeschenen en schaduwrijke plekken, met plaatsen in de wind en in de luwte, met kalkrijke en kalkarme, humusrijke en humusarme grond. Dit landschap is zo rijk gevarieerd, dat er vele honderden soorten van planten en dieren in kunnen samenleven. Eveneens kenmerkend voor de duinen is de grote dynamiek. Als gevolg van zand, wind, regen en plantengroei is het landschapvoortdurend in beweging. Langs het strand kunnen nieuwe duintjes ontstaan, die onder invloed van wind, regen en plantengroeisteeds groter worden. Deze duintjes kunnen aan de wandel gaan en oudere duinen overstuiven. Op deze wijze treedt voortdurende verjonging van het duinlandschap op en blijft het duingebied levend.

Ten opzichte van andere duingebieden in West-Europa onderscheidt het Nederlands duin-gebied zich, doordat het nog een lang aaneengesloten en relatief ongerept natuurgebied is met van oorsprong veel vochtige duinvalleien. De natuurlijke vochtige duinvalleien (waarvan er inmiddels veel zijn verdroogd) kenmerken zich door een rijke plantengroei met o.a. orchideeën.

De Nederlands duinen beslaan slechts een klein gedeelte van het Nederlands grondgebied, maar hier komen niet minder dan 850 verschillende soorten hogere planten voor (in totaal Nederland zijn dit er 1400). Ook broeden er in het duingebied 140 verschillende vogelsoorten (in totaal Nederland zijn dit er 190). Voor andere plant- en diersoorten, zoals mossen, korstmossen, vlinders of kevers, geldt eenzelfde verhaal. Hoewel het duingebied voor Nederlandse begrippen nog redelijk ongeschonden is, hebben menselijke activiteiten toch duidelijk sporen achtergelaten. Door wateronttrekking, woningbouw, industrie, infiltratie van verontreinigd rivierwater en recreatie is er zeer veel van dit waardevolle gebied verloren gegaan.
 

Het ontstaan van de kust


Voorwaarden voor de vorming van duin zijn met name:
• zanderige zeebodem langs de kust die geleidelijk oploopt;
• aanvoer van zand over de zeebodem naar de kust;
• golven en inlandse wind en
• plantengroei waardoor jonge duintjes worden vastgelegd (biestarwegras).




Door de branding wordt het zand in een soort golfpatroon neergelegd langs de kust. Zo vormen zich een aantal zandbanken vlak voor het strand. Onder gunstige omstandigheden wordt het zand met de vloedstroom net iets verder naar de kust gebracht dan het bij eb weer wordt teruggeduwd. Zo kan een zandbank langzamerhand het strand bereiken, waardoor het strand ineens zeer veelbreder wordt. Aan de vloedlijn spoelen vele resten van dieren bij elkaar.

Aan de hoogste vloedlijn ontstaat zo een opeenhoping van organisch materiaal, waardoor kleine planten een kans krijgen zich te vestigen. Waar pionierplanten enige stabiliteit hebben gebracht, krijgen echte duinvormers onder de grassen een kans om de eerste duintjes te vormen.

Die duintjes worden door de wind opgeworpen en bij verandering van richting door dezelfde wind weggevaagd. Als dat laatste niet gebeurt, kan er biestarwegras gaan groeien. Doordat het biestarwegras met zijn wortels het zand vasthoudt, krijgt het duintje meer stabiliteit en kan het zich handhaven en groter worden. Biestarwegras groeit als het wordt ondergestoven dwars door het zand heen, en kan af en toe een zoute golf verdragen. Als het duin zo'n halve meter hoog is, gaat er helm groeien. Ook helm groeit met het zand mee en kan ervoor zorgen, dat een duin vele meters hoog wordt. Dergelijke jonge duinvorming treft men nu nog aan op de Waddeneilanden en op sommige plaatsen in Zeeland.

Brede stranden waar zich nieuwe duintjes vormen, komen langs de Nederlandse kust niet zo heel veel meer voor. Vaak heerst een tegenovergesteld beeld en is er sprake van kusten die afslaan. Bij een flinke, stormachtige wind is er van het strand weinig meer over. De zee 'hapt' dan de onderkant van het duin weg. Jonge duinvorming wordt tegenwoordig ook bemoeilijkt door de recreatie op het strand.
 

Oude Duinen


In de ogen van geologen, die veelal eerder in miljoenen dan in duizenden jaren rekenen, is onze kust nog piepjong. Wind, zon en zee zijn eigenlijk nog steeds bezig om met zand de kust te vormen. Ongeveer 20.000 jaar geleden, tijdens de laatste ijstijd, stond de huidige Noordzee grotendeels droog. Veel van het water was verzameld in de ijskappen, die net niet tot Nederland kwamen. Daarna is door het smelten van het ijs het waterpeil in de Noordzee gaan stijgen. Circa 7500 jaar geleden was het water genaderd tot enige kilometers ten westen van de huidige kustlijn. De kuststrook bestond toen uit drassig veengebied, een waddenlandschap met klei-afzettingen en een zandrug die dit gebied min of meer van de zee afsloot. Doordat het water bleef stijgen, werden steeds verder naar het oosten diverse strandwallen door de zee afgezet en later door dezelfde zee weggeslagen tot zo'n 5000 jaar geleden de kustlijn haar meest oostelijke punt bereikte. Daar is het eerste strandwallen systeem afgezet, waarvan resten zijn behouden: de zandrug waarop Rijswijk, Voorburg, Leidschendam en Voorschoten liggen. Daarna bleef de zeespiegel nog wel stijgen, maar langzamer. Bovendien werd de stijging van het waterpeil meer dan gecompenseerd door de dikte van de afzettingen. Zo drong de zee zichzelf naar het westen terug. De strandwallen die de zee nu evenwijdig aan elkaar naar het westen toe afzette, bleven behouden. In de van zee afgesloten landstroken tussen de strandwallen ontstond een zoetwatermilieu en werd veengroei mogelijk. De strandwallen zelf ontwikkelden zich tot lage duinen doordat de wind ze onderstoof met door de zee opgewoeld zand. Er vestigden zich planten die het zand vasthielden en in staat waren om door het opgestoven zand heen te groeien: eerst biestarwegras, later helmgras gevolgd door vele andere plantensoorten.


Jonge Duinen


De vorming van de oude duinen (of strandwallen) is rond het begin van de jaartelling tot stilstand gekomen: de aanvoer van zand vanuit de Noordzee stagneerde. In de vroege Middeleeuwen vond er echter geleidelijk een klimaatverandering plaats die leidde tot de vorming van een nieuw duincomplex: de jonge duinen.
Het klimaat in de Middeleeuwen was guur met lage temperaturen en veel stormen. Het gevolg hiervan was veel kustafslag, waardoor de strandwallen werden afgebroken en het zand in zee terecht kwam. Dit zand spoelde na verloop van tijd echter weer aan land en werd door de harde wind omhoog geblazen tot hoge duintjes.
Deze duintjes groeiden met behulp van de helmplanten langzaam uit tot grote duinruggen en bewogen als "loopduinen" over de oude duinen heen naar het oosten, voortgedreven door de overheersende westelijke wind. Door de sterke winden en door de droogte veranderden deze duinen voortdurend van plaats. Aan de windzijde van het duin stoof het zand op, daarna werd het over de kop gegooid en daalde het aan de andere kant weer neer. De vegetatie van de oude duinen werd onder gestoven en was dood als het weer te voorschijn kwam. Dit proces van jonge duinvorming ging door tot ongeveer de 12e eeuw. Het klimaat werd toen geleidelijk aan milder en het duingebied raakte begroeid met honderden verschillende plantensoorten.


De functie van duinen


Zeewering


De duinen moeten in de eerste plaats voorkomen dat West-Nederland onder water loopt. De zeereep is het kwetsbaarste deel van de duinen omdat de wind er het krachtigst is, er weinig wil groeien en bovendien soms de klappen van de zeegolven moeten worden opgevangen. Men probeert de zeereep tegen wind te beschermen door helmgras te planten of door rijen dicht bijeen staande boomtakken of riet in het zand te steken om verstuiving tegen te voorkomen. Deze bescherming tegen de wind leidt tot een kunstmatig landschap (een rechte zanddijk), waar geen plaats is voor andere plantensoorten.
De invloed van de golven trachtte men vroeger in te tomen door de aanleg van een korte dam of palenrij, die loodrecht de zee insteken en de kracht van de golven breken. Tegenwoordig spuit men meestal extra zand op het strand om de kracht van de golven te breken. Het opspuiten en aanvullen van zand lijkt "water naar zee dragen", maar uit proeven van Rijkswaterstaat is gebleken dat deze methode goedkoop is en bovendien enigszins natuurlijk.
Het opgespoten zand breekt de kracht van de golven, ook als het zand na een storm voor een deel weer de zee in is gespoeld. Soms zorgt de wind ervoor, dat uit het opgespoten zand weer nieuwe duintjes worden gevormd. Het opgespoten zand kan ook zorgen voor verse aanvoer van kalk in het duingebied om de verzuring tegen te gaan.


Waterwinning


Naast een beschermende functie hebben de duinen sinds de vorige eeuw nog een andere belangrijke functie, die van waterwinning. Het duinwater werd voor het eerst hiervoor gebruikt in de strijd tegen cholera. De slechte kwaliteit van het drinkwater in de vorige eeuw in de steden speelde een grote rol bij de verspreiding van deze ziekte. Amsterdam begon in 1851 water te winnen uit de duinenten westen van Haarlem. Later zijn veel steden gevolgd, met name nadat bleek dat de cholera-epidemie van 1866 nauwelijks vat had gekregen op de Amsterdammers, terwijl van degenen die uit pomp, put of wel dronken 16,8% werd besmet.



Hoewel het gebruik van zoet, helder water uit het duingebied voor de drinkwatervoorziening een zegen bleek voor de volksgezondheid, was het een ramp voor de natuur. Het watergebruik nam explosief toe en vochtige duinvalleien droogden met als gevolg, dat de bijzondere begroeiing ervan verdween. Later ging men het water op grotere diepte winnen, waarbij gebruik werd gemaakt van een zoetwater reserve die maar zeer langzaam wordt aangevuld. Door deze potverteer-methode zijn grote delen van het duingebied ernstig aangetast. In 1940 liet men voor het eerst van elders aangevoerd water door de duinen filteren tot drinkwater. Dit werd gedaan voor de stad Leiden met water uit de Oude Rijn. De grootschalige toepassing van deze methode begon halverwege de jaren '50, eerst voor Den Haag en later voor Amsterdam. Hierbij wordt voorgezuiverd rivierwater naar de duinen gevoerd. Vanuit kunstmatig aangelegde infiltratiekanalen en -plassen zakt het water de duinen in. Het wordt door het zand gefilterd en ongeveer 30 meter van de infiltratieplaats weer opgepompt. Na nazuivering gaat het water naar de kranen in de huizen. Het 'ingevoerde' water laat echter stoffen achter, die de grondverontreinigen en voedselrijker maakt. Hierdoor worden rond de infiltratiekanalen en -plassen zeldzame planten, die met weinig voedsel toe kunnen (bijv. orchideeën en parnassia), verdrukt door vraatzuchtiger soorten zoals brandnetels en harig wilgeroosje. Om dit tegen te gaan wordt nu gepleit voor een nieuwe methode voor de bereiding van drinkwater: diepinfiltratie. Men brengt het water daarbij in 50 à 70 meter diepe putten en pompt het iets verderop in even diepe putten weer op. Door deze grote diepte treedt er aan de oppervlakte geen verstoring op en bovendien kan op deze wijze ook buiten de duinen drinkwater worden geproduceerd. Bij deze methode zal het drinkwater wel wat duurder worden, maar het geeft weer ruimte aan planten en dieren die in het duingebied thuishoren.


Recreatie


Gedurende deze eeuw nam de interesse voor het kustgebied als ontspanningsgebied toe. Eerst ging het hier nog om kleine aantallen recreanten, maar vanaf de jaren '50 is er een echt massatoerisme op gang gekomen. Naast het strand kwamen ook de duinen in de belangstelling. In de jaren '20 verschenen fiets- en wandelpaden en later campings, zomerhuisjes en bungalowparken in de duinen, en de boulevards van de badplaatsen werden steeds groter. Om de dagrecreatie naar het strand te bevorderen werden in de duinen grote parkeerplaatsen aangelegd. Ook enkele golfterreinen en een heus racecircuit moesten zo nodig in dit waardevolle natuurgebied worden aangelegd.
De plantengroei kan door al deze factoren ernstig worden beschadigd of zelfs geheel verdwijnen en ook schuwe of kwetsbare dieren hebben ernstig te leiden van een te hoge recreatiedruk. Sommige planten en vooral mossen en korstmossen zijn erg gevoelig voor betreding en hele hellingen kunnen dan worden vertrapt. Ook de vogels worden verstoord door recreatie. Sommige soorten, zoals de griel en de nachtzwaluw, zijn al geheel of vrijwel geheel verdwenen uit de duinen.
Toch hoeven natuur en recreatie geen vijanden van elkaar te zijn. Vele vormen van recreatie, zoals wandelen en fietsen, zijn goed in te passen in het kwetsbare duingebied, als we ons maar aan de regeltjes houden en geen eigen baas gaan spelen.
Door een goede inrichting van natuurgebieden is er ruimte zowel voor planten en dieren om te leven als voor de mensen om van dienatuur te genieten. Een slimme methode om dit voor elkaar te krijgen, is het zoneren van natuurgebieden. In sommige delen zijn veel fiets- en wandelpaden: hier kunnen veel mensen komen. In andere delen zijn weinig fiets- en wandelpaden of soms alleen maar zandpaden: hier komen maar weinig mensen en is er voldoende rust voor planten en dieren. Op deze wijze kunnen fietsers en wandelaars de natuur in de duinen ten volle beleven zonder de natuur al te veel te verstoren. Ze kunnen er de frisse lucht opsnuiven en van vergezichten genieten.

Opdrachten:
1. Waar komt het water vandaan wat in de duinen wordt gepompt? TIP: Hellevoetsluis ligt aan dit water.

2. Maak een foto, als je wilt met jezelf, met op de achtergrond het object wat zich hier bevindt. Alle mogelijke standen zijn goed. Als er maar een gedeelte opstaat.

 

Plaats de log! Indien deze niet correct is beantwoord of er is geen foto met het object, dan wordt de log verijderd.

 


The dunes of the Netherlands.


The Dutch coast is characterized by wide sandy beaches and behind it, the dunes are often high and wide. Such a coastline of dunes and beaches is not as common as many Dutch people think. Of the more than 15,000 km Atlantic coast in Western Europe, only 3000 km exists of dunes, 250 km lies along the Dutch coast. The Dutch dune area has a size of approximately 40,000 hectares representing 400 km2. This seems a lot, but compared to the total Dutch territory it covers slightly a little bit more than 1% of the Dutch land surface. The dunes to the sea is bordered by beaches and beach plains.

Characteristic of dunes is the vast natural diversity. The dune landscape consists of hills and valleys with dry and wet, sunlit and shady spots, with locations in the wind and in the lee, with lime-rich and lime-poor, rich humus and humus poor soil. This landscape is so richly varied that there are many hundreds of species of plants and animals that can live here. Due to sand, wind, rain and vegetation, the landscape is constantly changing. Along the beach, new dunes rise under the influence of wind, rain and vegetation that is growing.

The origin of the coast

Conditions needed for dune formation are:
• sandy seabed along the coast gradually rising;
• supply of sand on the seabed to the coast;
• wind and waves and indigenous
• enabling young dunes vegetation is established (rush wheatgrass).

Through the surf, the sand deposited in a sort of wave pattern along the coast. So a number of sand banks are formed in front of the beach. Under favorable conditions, the sand of the flood is brought to the coast and than at low tide it's pushed back. Thus, a sandbar gradually reach the beach, making the beach suddenly a lot wider. At the tide line remains of dead animals are flushed together.

At the highest tide line, this creates an accumulation of organic material, giving small plants a chance to settle. Pioneer plants which have brought some stability, are forming the first dunes.

Dunes that are raised by the wind and change of direction by the same wind swept away. If that does nothappen, wheatgrass can grow. Because of wheat grass, with its roots holding the sand, the dune gets more stability and can maintain itself and grow. If the dunes about two feet high, helmgras is able to grow. Helmgras also grows along with the sand and can ensure that the dunes gets several meters high. Such young dune formation are found in some places in Zeeland.

Old dunes

In the eyes of geologists, often speaking in millions rather than thousands of years, our coast still is very young. Wind, sun and sea are still really busy with sand to form the coast. About 20,000 years ago, during the last ice age, the current North Sea was mostly dry. Much of the water was collected in ice caps, which just does not come to the Netherlands. Then, by the melting of the ice water, the level in the North Sea got higher. Approximately 7500 years ago the water comes to a few kilometers west of the present coastline. The coastline consisted of soggy peat. Then the sea level was still rising, but slowly. The beach ridges which are parallel to each ocean to the west deposed, were retained. In the closed country from sea line between the sand barriers a freshwater environment was created and peat growth was possible. The beach ridges themselves developed into low dunes by the wind. It settled the sand clinging plants and were able to pass through the sand back up to simmer grow: first rushes wheat grass, beach grass later followed by many other plant species.


Young Dunes

The formation of the old dunes (beach or walls) around the beginning of the era came to a halt: the supply of sand from the North Sea stagnated. In the early Middle Ages, however, there was a gradual climate change rather than leading to the formation of a new dune complex: the young dunes.
The climate in the Middle Ages was bleak with low temperatures and storms. As a result, much coastal erosion, making the sand barriers breaking down into the sea. This sand washed up after a while but back on land the strong wind blew it into high dunes.
These dunes grew through the helmet plants slowly to large dune ridges and moved as "walking dunes" on the old dunes back to the east, driven by the prevailing westerly winds. The strong winds and drought dunes constantly changed this place. Upwind side of the dune sand on the stove, then it was thrown over the head and fell on the other side back down. The vegetation of the ancient dunes were flown and was dead when it reappeared. This process of young dune formation continued until about the 12th century. The climate then became gradually milder and dunes where covered with hundreds of different species.


The function of dunes

Seawall

The dunes must first avoid that the western part of the Netherlands is under water. The coastal strip is the most vulnerable part of the dunes because of the wind. There is little to grow and most of the time the wind blows from the sea. The waves are pushed against the dunes. Attempts to protect the coastal strip from the wind by planting beach grass or rows of tree branches standing close together, is most common solution. This protection against the wind leads to an artificial environment (a straight Zanddijk), where there is no room for other species.


The influence of the waves is great. The waves collide on the beach and the dunes strenght is reduced. By building dam's or a short row of poles the waves power will not be so great as it was. Currently sand is sprayed on the beach to reduce the power of the waves breaking on the shore.

The raised sand breaks the force of waves, even as a part is washed into the sea again. Sometimes the wind makes it possible that from the new raised sand dunes are formed. The reclaimed sand can also provide fresh supplies of lime in the dune area to counteract the acidification.

Water abstraction

Besides a protective function, the dunes have another important function, that of abstraction. The dune water was first used for this purpose in the fight against cholera. The poor quality of drinking water in the past century in the cities played a major role in spreading this disease. Amsterdam started in 1851 to obtain water from the dunes west of Haarlem. Later, many cities followed, especially after it appeared that the cholera epidemic of 1866 had hardly made people sick in Amsterdam. While those who pumped, pit or drunk it from wells, 16.8% were infected.

Although the use of fresh, clear water from the dunes of drinking water was a blessing for public health, it was a disaster for the environment. Water use increased explosively and dune slacks dried with the result that its special vegetation disappeared. Later they went to the water at greater depths win, which used a freshwater reserve that only very slowly added. By this method, large parts of the dune seriously got affected. In 1940 we had the first water from elsewhere through the dunes to filter drinking water. This was done for the city of Leiden with water from the Old Rhine. The extensive application of this method began in the mid 50s, first for The Hague and Amsterdam later. It is pre-treated river water carried to the dunes. From artificial infiltration channels and pools water falls into the dunes.

Recreation

During this century the interest in the coastal area increased. First, it was still small numbers of holidaymakers, but from the 50s is a real mass tourism has started. Besides the beach, the dunes were also of interest. In the '20s appeared biking and hiking trails and campgrounds later, summer cottages and holiday parks in the dunes, and the boulevards of the resorts have been increasing. To encourage day trips to the beach to the dunes were large parking places. Some people found it necessary to build golfcourse's and they had to build a real race track.



Assignments:
1. Where does the water come from that is pumped into the dunes? Clue: The city of Hellevoetsluis is located above this water.

2. Take a picture, if you want with yourself, with the object that is located here on the background. All possible positions are good. If only a portion of the object is on the picture.

 

Place your log. If the question isn't answered correctly or when a photo is missing, the log will be removed!

 



 

Additional Hints (Decrypt)

Yrrf qr grxfg tbrq qbbe.

Decryption Key

A|B|C|D|E|F|G|H|I|J|K|L|M
-------------------------
N|O|P|Q|R|S|T|U|V|W|X|Y|Z

(letter above equals below, and vice versa)