Skip to content

Waai van Boerboom en Bosman EarthCache

Hidden : 10/4/2010
Difficulty:
1.5 out of 5
Terrain:
1.5 out of 5

Size: Size:   not chosen (not chosen)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:


Als grote rivier is de Rijn, naar geologische maatstaven, relatief jong. Tijdens het Mioceen en het vroege Plioceen was de Rijn een kleine rivier die de moerasgebieden in de omgeving van het huidige Keulen afwaterde. Deze moerassen lagen toen dicht bij de kust waardoor de Rijn inderdaad een geringe lengte had. Door de activiteit van de Baltische Rivier of ook wel Eridanos werd de kustlijn steeds verder naar het Noordwesten verplaatst waardoor de benedenloop van de Rijn verlengd werd. Met de regressie verdwenen uiteindelijk ook de kustmoerassen. De rivier vergrootte daarna stroomopwaarts het stroomgebied, vooral in het Plioceen en het Pleistoceen. Het stroomgebied werd uitgebreid naar Midden- en Zuid-Duitsland en het noorden van Zwitserland. Dit ging vooral ten koste van stroomgebied van Rhône en Donau. Ook delen van het Maas-stroomgebied zijn door de Rijn gekaapt (stroomonthoofding), bijvoorbeeld de bovenloop van de Moezel. Het veranderen van de rivierstroomgebieden in Midden-Europa hangt samen met tektonische bewegingen (vooral onder invloed van de vorming van de Alpen).

De Rijnsedimenten zijn meestal goed herkenbaar aan een karakteristieke mineraal samenstelling. Vooral de zware mineralen zijn daarbij van belang. De samenstelling van de zware mineralen inhoud van Rijnzanden weerspiegelt de historie van de rivier. Elke bovenstroomse vergroting van het stroomgebied voegde de uit dat gebied karakteristieke mineralen aan het zand toe. Deze veranderingen weerspiegelen niet alleen de historie van de rivier; ze zijn ook een heel belangrijk hulpmiddel in de Nederlandse stratigrafie. Van sommige bovenstrooms gebeurtenissen die in de mineraalinhoud zichtbaar zijn, is de absolute ouderdom bekend en dit wordt gebruikt de verschillende Rijnsedimenten in Nederland te ordenen en in de geologische tijd te plaatsen. Enkele lithostratigrafische eenheden die op afzettingen van de Rijn zijn gebaseerd zijn de formaties van Sterksel, Urk en de Kreftenheye.

Tijdens het Pleistoceen, vooral na het verdwijnen van de Baltische Rivier ongeveer één miljoen jaar geleden, heeft de Rijn in midden en noord Nederland afzettingen neergelegd. In eerste instantie vooral ZO-NW door Limburg en Brabant richting west Nederland, later meer Z-N door Oost Nederland (Veluwe, Achterhoek, Flevoland) tot in Friesland. De Rijn heeft hierbij steeds in de Noordzee uitgemond, getuige ingeschakelde kustafzettingen. Dit was zowel het geval tijdens interglacialen, waarin de zeespiegel op vergelijkbare hoogte lag als tegenwoordig, als tijdens glacialen waarin de zeespiegel vele tientallen meters lager stond. Tijdens de meeste ijstijden lag het Zuiden van de Noordzee daardoor droog. Rivieren als IJzer, Maas, Schelde en Thames werden tijdens deze lage zeespiegelstanden zijrivieren van de Rijn.

Tijdens één of meer Midden Pleistocene ijstijd(en) zijn de ijskappen van Scandinavië en Schotland samengevloeid tot één grote ijskap waardoor afvloeiing van het rivierwater naar het Noorden geblokkeerd werd. Het rivierwater vormde met het smeltwater van deze Noordelijke ijskap een smeltwatermeer dat via een drempel ter plaatse van het huidige Nauw van Calais 'overliep' naar het Kanaal. Door erosie van het afvloeiende smeltwater werd deze drempel verder verlaagd. Als gevolg van deze situatie liep de toenmalige Rijn tijdens enkele erop volgende ijstijden door het huidige Nauw van Calais en Het Kanaal en mondde uit in de Atlantische Oceaan ten Noordwesten van Bretagne, waarbij ook Franse rivieren als de Somme en de Seine en Britse zoals de Solent als zijrivier werden opgenomen. Deze situatie was vooral tijdens delen van de laatste ijstijd (het Weichselien) aanwezig.

De huidige positie van de Rijn-delta in Nederland (Waal, Nederrijn) is overgeërfd uit de laatste ijstijd. De huidige riviertakken zijn, afgezien van gegraven delen en de Biesbosch-storminbraak, tussen 4000 en 1300 jaar geleden (2000 v.Chr-700 n.Chr.) ontstaan, en tussen 1100 en 1300 n.Chr bedijkt en afgedamd.

Het hedendaagse landschap is het resultaat van zowel natuurlijke processen als menselijke activiteiten. Het grondgebied van de gemeente Duiven wordt wel gerekend tot de zogenaamde Laagte van Midden-Nederland. Daar was een riviervlakte ontstaan doordat rivieren er veel materiaal deponeerden, mede als gevolg van de stijgende zeespiegel tijdens interglaciale perioden. In de voorlaatste ijstijd, de zogenaamde Saale-ijstijd, drong het ijs via het huidige IJsseldal in zuidelijke richting op tot ongeveer de lijn Groesbeek-Arnhem-Rhenen-Het Gooi. Daarbij werd de loop van de Rijn in westelijke richting afgebogen. Door de ijsmassa’s werden oudere afzettingen opgestuwd en ontstonden de zogenaamde stuwwallen, waaronder de Veluwezoom en Montferland

Toen later de rivieren langs de westzijde van het Montferland stroomden en nog niet door dijken waren ingesloten vonden regelmatig overstromingen plaats.

Bedijking
Om de oude woonplaatsen bewoonbaar te houden bleek het bouwen van kaden en dijken noodzakelijk. De dijken langs Rijn en IJssel werden aangelegd in de twaalfde tot de veertiende eeuw, met als gevolg het ontstaan van de uiterwaarden. De bedijkingen leidden vermoedelijk tot een toename van de hoeveelheid bebouwing, nu ook op meer verspreid gelegen locaties.

Dat de eerste dijken niet voldoende sterk waren blijkt ook uit de scherpe bochten in de oude dijktracés en de diverse waaien en wielen (kolken) die getuigen van talloze dijkdoorbraken. Na dergelijke doorbraken werd vroeger de nieuwe dijk om de kolk heen gelegd.




De gemeente Duiven heeft hiervoor nu informatieborden laten maken.
Deze kleurrijke borden laten aan de hand van gereproduceerde oude kaarten de ontstaansgeschiedenis van de beide waaien in Loo zien.

Een waai, zoals we die in de Liemers aantreffen, wordt elders ook wel wiel of kolk genoemd en is een overblijfsel van een dijkdoorbraak. De binnenstromende watermassa spoelde een diep stroomgat in de grond. De verspoelde dijk en het materiaal uit het gat is achter de waai terecht gekomen. Dit is vruchtbare overslaggrond die bij uitstek geschikt is voor (glas)tuinbouw.





De waaien vertellen ons iets over het ontstaan van het landschap. Ze verhalen over de strijd van de mens tegen het water. Natuurkrachten die soms moeilijk zijn te beteugelen, maar ook krachten die aan de wieg hebben gestaan van het huidige landschap van dit gebied.




Het ontstaan van binnen- en buitendijkse waaien (kolken).
Fase 1: Een rivier stroomt tussen twee dijken.
Fase 2: Het water in de rivier is hoog. Een deel van een dijk is niet tegen het vele water bestand, waardoor het water door de dijk breekt. Op de plaats van de dijkdoorbraak komt het water met grote kracht naar beneden, waardoor er een diepe kuil ontstaat.
Fase 3: Als het water in de rivier weer een normaal niveau bereikt heeft, blijft de diepe kuil vol water. Dit is de kolk of wiel (ook: waai, weel). Deze wordt na verloop van tijd wel kleiner, maar zal niet (of pas na zeer lange tijd) weggaan. Omdat de wiel zo diep is, is het onmogelijk om de dijk op dezelfde plaats aan te leggen. Men kan de nieuwe dijk dan tussen de rivier en de wiel aanleggen (3a) of aan de andere zijde van de wiel (3b). In situatie a is sprake van een binnendijks wiel, in situatie b is sprake van een buitendijks wiel.







“Waai van Boerboom”


In de achttiende eeuw is de dijk hier doorgebroken en de “Waai van Boerboom”, ook wel viswaai genoemd, ontstaan.

De “Waai van Boerboom” is ontstaan vanuit een strang (een oude rivierloop). Bij hoog water loopt de strang vol en lijkt het 1 geheel te vormen met de waai.


Ga naar de coördinaten: N 51°55.720 E 005°59.105.

1. Beantwoord de volgende 2 vragen:
a. Hoe wordt het cultuurland ook wel genoemd?, hier kun je twee antwoorden op geven, beiden zijn goed.
b. Wat werd gebruikt voor het versterken en beschermen van de dijk?

Verderop treft u tevens de “Waai van Bosman” (N 51°55.337 - E 005°59.542) aan., hier dient u tevens een aantal vragen te beantwoorden.


“Waai van Bosman”


Op 13 januari 1809 is de dijk hier doorgebroken en de “Waai van Bosman” ontstaan.


Ga naar de coördinaten: N 51°55.337 E 005°59.542

2. Beantwoord de volgende 2 vragen:
a. Wat is zo opmerkelijk aan deze waai?
b. Is deze waai buitengedijkt of binnengedijkt?



Loggen van deze cache:
Stuur de antwoorden via e-mail (mail mij) en voeg foto’s van u bij de waai of het informatiebord bij de log.



Momenteel bevindt u zich aan het begin van een stiltegebied. Als u deze weg verder loopt of fietst dan kunt u daar heerlijk wandelen of fietsen met uitzicht op de Rijn en de vele paarden die hier rondlopen. De locatie natuurgebied Gelderse Poort heeft een landschappelijke en ecologische waarde van betekenis, de rugstreeppad en kamsalamander hebben er hun thuisbasis. Het is treffend dat er op deze plek van het mammoet-project bij de oostelijke ingang van de boortunnel mammoetbotten zijn opgegraven. Dat wil zeggen fossiele of versteende botten uit de pleistocene ijstijd. Dit is de periode die zo'n 1,65 miljoen jaar geleden begon en 12.000 jaar geleden ophield. De meest bekende mammoeten leefden op het noordelijk halfrond en hebben zich tijdens de ijstijden naar het oosten en westen kunnen verbreiden doordat de zeeën bevroren en uitdroogden. De meest gangbare mammoet is de wolharige mammoet, de Mammuthus primigenius. De steppenmammoet, de Mammuthus trogontherii, kon vier-en-halve meter hoog worden.







English Translation





<img src= "http://www.somautomatisering.nl/geocache/images/WaaienInLoowaard.gif">

Additional Hints (No hints available.)